De 61-jarige Catalaanse Pilar Abel Martínez komt uit Figueres (Girona) en was ervan overtuigd dochter van de Catalaanse schilder te zijn. De resultaten van de test worden nu naar de rechtbank gestuurd. Zo hebben bronnen bij de Stichting Gala-Salvador Dalí gemeld aan het Spaanse persagentschap Europa Press.
Voor de uitvoering van het DNA-onderzoek hebben drie forensische onderzoekers monsters genomen van het haar, de nagels, tanden en botten van Dalí. De opgravingsprocedure verliep voorspoedig. Zowel het graf als het lichaam waren nog in perfecte staat. Zelfs de kenmerkende snor stond nog op ‘tien over tien’. “Toen we dat vernamen, waren we erg geëmotioneerd” zei Luis Peñuelas, secretaris van de Stichting Gala-Dalí.
Opgravingsprocedure
De opgravingsprocedure stond onder supervisie van het ministerie van Cultuur van de Catalaanse regering, een staatsadvocaat uit Gerona, de Stichting Gala-Salvador Dalí, de burgemeester van Figueras en de advocaat van Pilar Abel, de vermeende dochter van de schilder. Op verzoek was ook de forensisch geneesheer Narcís Bardelet bij de opgraving aanwezig, hij balsemde het lichaam van Dalí na diens overlijden in 1989.
Morele schade
Juan Manuel Sevillano, directeur van de Stichting Gala-Dalí, benadrukte de psychologische belasting die de gerechtelijke strijd om de DNA-test teweegbracht, de geleden “morele schade” door de opgraving en het gebrek aan respect voor de overledene. Dat allemaal voor een zaak zonder voldoende rechtsgronden die nog niet is afgrond door de rechter. Volgens Alberto Segura, wettelijke vertegenwoordiger van de Stichting, wordt onderzocht of er compensatie kan worden geëist. “De opgraving op zich heeft geld gekost, maar er is ook verlies geleden door het niet kunnen verkopen van entreekaarten. Hiervoor moeten we gecompenseerd worden en ook voor het niet nakomen van de verantwoordelijkheid voor het cultureel erfgoed”.
Uitslag
De uitslag van het DNA-onderzoek waaruit blijkt dat Abel geen dochter van Dalí is, komt enkele weken voor het begin van de rechtszaak van Abel tegen de Stichting en de staat om het vaderschap van Dalí op te eisen. Abel zou, wanneer zij inderdaad een dochter van Dalí was geweest, recht hebben gehad op 25% van het erfgoed van haar vader op het moment van zijn overlijden.
Volgens Abel zouden haar moeder en Dalí een verhouding hebben gehad terwijl haar moeder als huishoudster werkzaam was voor een familie die vakanties in Cadaqués doorbracht in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Dalí bracht in die omgeving eveneens veel tijd door.