Sporen van de laatste grote Europese olifanten in Zuidwest-Spanje

door admin
Sporen van de laatste grote Europese olifanten in Zuidwest-Spanje

Gedurende de laatste ijstijd, die duurde van 125.000 tot 12.000 jaar geleden, zochten de neanderthalers en de laatste grote zoogdieren uit het Pleistoceen hun toevlucht in het zuiden. Op verschillende plekken tussen Gibraltar en Zuidwest-Portugal zijn sporen gevonden van deze soorten. De onderzoekers Carlos Neto de Carvalho van de Universiteit van Lissabon en Fernando Muñiz van de Universiteit van Sevilla hebben recent in wetenschappelijke publicaties hun vondsten en conclusies bekend gemaakt. De krant El País schreef erover.

Sporen in het zand

De badgasten op het strand tussen Matalascañas en Mazagón, aan de Golf van Cádiz, beseffen niet dat duizenden jaren geleden op die plek de laatste Europese olifanten liepen. De regens van de afgelopen winter hebben de voetsporen blootgelegd die deze gigantische dieren hebben achtergelaten.

‘De prehistorische Europese olifant (Palaeoloxodon antiquus) leek niet op de mammoet. Hij had meer weg van de huidige bosolifant, die in het Afrikaanse regenwoud leeft. De gevonden sporen zijn tot 80 centimeter groot en laten zien dat hij wel vier meter hoog kon worden. Ze hadden weinig haar, kleine oren en vrijwel rechte slagtanden van meer dan twee meter lang. Uit het sporenonderzoek kunnen we ook zien dat ze in kleine groepen leefden. In Matalascañas zijn parallel lopende sporen gevonden van een volwassen olifant van gemiddeld formaat en van een jong’, vertelt Neto de Carvalho. Hij doet al 20 jaar onderzoek naar dierensporen uit de laatste ijstijd.

Naast sporen van olifanten zijn ook afdrukken van edelherten, wolven en everzwijnen gevonden. ‘Die laatste werden drie keer zo groot als de zwijnen die vandaag de dag in Spanje en Portugal leven en ze konden meer dan 300 kilo wegen’, meldt de Portugese onderzoeker. Dat duidt volgens hem op perfecte omstandigheden voor de ontwikkeling van deze soorten. ‘Hoe rijker aan voedsel een leefgebied is, hoe groter de wilde zwijnen.’

De laatste neanderthalers

De neanderthalers konden door die omstandigheden ook tot 12.000 jaar langer overleven dan in de rest van Europa, waar ze 40.000 jaar geleden zijn uitgestorven. In een oude groeve op Gibraltar is een spoor gevonden waarin het team van Muñiz en Neto de Carvalho duidelijk de vorm van tenen, bal, voetgewelf en hak herkenden. ‘Het is zonder twijfel een afdruk van een mensachtige. Uit vergelijking met andere sporen blijkt dat deze dicht bij de Neanderthalers staat.’ De jonge neanderthaler van 1,30 m hoog liet zijn voetafdruk 28.300 jaar geleden achter.

Neto de Carvalho vertelt dat ze andere neanderthalersporen hebben gevonden in de noordelijke Algarve, maar dat ze die nu nog onderzoeken om de exacte leeftijd te bepalen. Deze sporen laten zien dat er mensachtigen waren die overleefden terwijl de ijstijd in de rest van Europa voor een koud klimaat zorgde. Ook blijkt dat ze heel mobiel waren. ‘Ze trokken door de hele regio, een gebied dat er heel anders uitzag dan nu. Ze profiteerden van laag tij, waardoor hun pad nu langs de hele kust te vinden is, van de regio Huelva in Zuid Spanje tot in Portugal.’

Gedoemd tot uitsterven

Aan het eind van de laatste ijstijd wisselden koude en warme periodes elkaar snel af. Dat had grote gevolgen voor de voedselketens en leidde bij kleine populaties snel tot uitsterven. ‘Het samenvallen van de laatste sporen van Europese olifanten met de laatste overblijfselen van neanderthalers, inclusief een spoor van een mensachtige in Gibraltar, kan sterk bewijs vormen voor de co-evolutie en het uitsterven van de olifanten en neanderthalers.’ Onderzoek in het zuiden van Spanje is cruciaal om te bepalen wanneer de moderne mens definitief de plek innam van de neanderthalers.

Dit vind je misschien ook leuk