Het hooggerechtshof is van mening dat hetgeen er in de arena gebeurt tussen het moment dat de stier aantreedt en het moment dat hij door de stierenvechter wordt gedood niet als intellectueel eigendom kan worden vastgelegd omdat het onmogelijk is objectief en nauwkeurig te beoordelen wat precies de originele artistieke creatie is.
ADVERTENTIE
Twee oren en een staart
Het gaat om een stierenvechtersoptreden van Perera in Badajoz op 22 juni 2014 waar hij een door het publiek hooggewaardeerde act liet zien waarvoor hij op traditionele wijze beloond werd met beide oren van de stier en zelfs met zijn staart, waar alleen in heel uitzonderlijke gevallen het publiek om kan vragen. Perera zag zijn optreden vervolgens als een kunstwerk en wilde dit als intellectueel eigendom laten registreren om te voorkomen dat andere stierenvechters zijn act zouden nadoen.
Perera kreeg van de rechter deels gelijk, namelijk dat het inderdaad om een vorm van kunst gaat, maar dat hetgeen in Badajoz had plaatsgevonden niet als eigendom van wie dan ook kan worden beschouwd en dus ook niet van hem. Volgens de rechter kan de stierenvechter geen rechten ontlenen aan zijn eigen optreden omdat er sprake is van willekeurige factoren van het moment die een reproductie van het optreden per definitie onmogelijk maken.
Perera liet in een reactie op het vonnis van het hooggerechtshof weten de uitspraak te respecteren, maar zich niet te kunnen vinden in de juridische onderbouwing. “Ik blijf van mening dat het werk van een stierenvechter een artistiek werk is dat alle rechten toekomt van intellectueel eigendom, net zoals dat voor ieder ander kunstwerk geldt”, zei Perera in een persconferentie.
Geen originele artistieke manifestatie
Het stiervechtersoptreden waarvoor Perera naar de rechter stapte kreeg van hem de titel “Stiervechtersoptreden met twee oren en een door het publiek verzochte stierenstaart van ‘Curioso’ nr. 94, 539 kilo zwaar, geboren in februari 2010 op fokkerij Garcigrande. Ferio de San Juan de Badajoz, 22 juni 2014”.
Het verzoek dat Perera indiende bij de rechtbank werd begeleid met een video-opname en beschrijving van het bewuste optreden. Nadat het verzoek in eerste instantie door de rechtbank van Extremadura was afgewezen, diende Perera een hoger beroep in bij het hooggerechtshof, dat nu dus eveneens heeft geoordeeld dat het niet om een originele artistieke manifestatie gaat.
