Dit blijkt uit een onderzoek van Fundación BBVA onder 4000 inwoners van Spanje. De conclusie van dit onderzoek is duidelijk: de Spanjaarden beschouwen dieren als levende wezens en kennen hen zelfs menselijke emoties toe. Acht op de tien ondervraagden denken dat dieren een gevoel van eigenwaarde kennen en negen op tien vinden dat mensen de morele verantwoordelijkheid hebben voor het welzijn van zowel huisdieren als dieren in het wild.
Ambitieuze nieuwe dierenwet
De uitkomst van het BBVA-onderzoek weerspiegelt de huidige diervriendelijke mentaliteit van Spanje, het land dat onlangs nog een wetsvoorstel indiende voor een ambitieuze nieuwe dierenwet. Hierin wordt onder andere het co-ouderschap over het huisdier geregeld in het geval de relatie van de baasjes wordt beëindigd. Dieren zijn daarmee wettelijk geen object meer maar worden gezien als volwaardig gezinslid.
Uit het onderzoek bleek verder dat 87 procent van de ondervraagden van mening is dat dieren fysieke pijn voelen, 79 procent denkt dat dieren angstgevoelens kunnen hebben, 71 procent zegt dat dieren emoties hebben, 69 procent is van mening dat dieren een gevoel van plezier kunnen beleven. Bedoeld wordt hier dat dieren deze emoties op vergelijkbare wijze ervaren als mensen dat doen. 72 procent denkt dat dieren familiebanden op dezelfde manier ervaren en 66 procent is van mening dat dieren een geheugen hebben en zich net als mensen dingen kunnen herinneren.
Meerderheid vindt vlees eten gerechtvaardigd
Toch vindt ook een meerderheid het gerechtvaardigd dat dieren gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld op het gebied van de geneeskunde en diergeneeskunde (respectievelijk 60 en 70 procent van de ondervraagden). 61 procent vindt het geen probleem dat dieren worden opgeofferd voor de menselijke consumptie. Als het om sport, vertier, cosmetica of kleding gaat vinden echter vrijwel alle respondenten het niet moreel niet verantwoord dat hiervoor dieren worden gebruikt.
Als het gaat om genetische modificatie bij dieren, ziet 46 procent dat niet als een probleem als het voor medische doeleinden is, zoals het transplanteren van een dierlijk orgaan bij de mens. Dat percentage zakt naar 26 procent als de genetische modificatie bedoeld is voor de voedselindustrie.
Het onderzoek werd afgelopen november gehouden, nog voordat het groeiende aantal macroboerderijen in Spanje in de publiciteit kwam. Milieuorganisaties stelden deze ontwikkeling aan de kaak omdat duizenden koeien en varkens in veel te kleine ruimten worden gehouden om aan de onverminderd grote vraag naar vlees te voldoen.