De leukste weetjes over het festival ‘Los patios de Córdoba’

door admin
De leukste weetjes over het festival 'Los patios de Córdoba'

Een bezoek aan de patio’s, waarvan de witgekalkte muren getuige zijn geweest van het verstrijken van de jaren en de veranderingen van de afgelopen eeuw, is de moeite meer dan waard.

Over deze bloemrijke binnenplaatsen zijn tal van curiosa, anekdotes en ervaringen bewaard. In zijn boek ‘Córdoba es Patio deelt de journalist Francisco Solano, uit Córdoba,  enkele van deze unieke verhalen over de patio’s 

De oudste binnenplaats in Córdoba is 2.000 jaar oud

De oorsprong van de huidige binnenplaatsen voert eeuwen terug tot de Romeinse beschaving. Volgens de schrijver bevindt de oudste binnenplaats die in Córdoba bewaard is gebleven zich onder de eetzaal van het Hotel Hospes Palacio del Bailio en is deze 2.000 jaar oud.

Een andere zichtbare Romeinse binnenplaats bevindt zich op het kruispunt van de straten El Algarrobo en Los Chopos (Huerta de San Rafael) ‘Het behoorde toe aan een villa die hier werd opgegraven, waar de archeologische sporen van een centrale fontein, mozaïek, d de voetstukken van twaalf zuilen en een kelder, te zien zijn’, schrijft Solano.

Bruiloften en wenteltrappen

In de eerste decennia van de 20e  eeuw vormden de volkshofjes het middelpunt van het leven van de families die er woonden en die zich onderscheidden van de aristocratische families, die de luxe van een tuin kenden.

Vroeger organiseerde de bevolking op deze binnenplaatsen familiefeesten, zoals ‘het huwelijk, de bruiloft, de doop, de terugkeer van de soldaat die op veldtocht ging’, volgens ‘Córdoba es Patio’, gebaseerd op een artikel uit 1911 van Ricardo de Montis. Op sommige avonden, meestal op zaterdag, duurde de feesten tot het ochtendgloren. – tussen jasmijn, rozenstruiken en klimplanten. Anjers, klimgeraniums en geraniums groeien het meest op de binnenplaatsen van Córdoba; maar er schijnen in totaal zo’n 180 bloemen te groeien. 

Eerste wedstrijd vond plaats in 1921

In 1921 kondigde de burgemeester, Francisco Fernández de Mesa, de eerste wedstrijd voor binnenplaatsen, balkons en etalages aan. Er waren drie prijzen, van 100, 75 en 50 peseta’s, die werden toegekend aan de enige drie deelnemers. De winnaar was Calle Empedrada, 8, in de wijk Santa Marina. Tegenwoordig is het Empedrada, 10, en wordt het nog steeds bewoond door de nakomelingen van de eigenaar die de eerste wedstrijd won, Francisco Velasco. 

De kruisen in de patio’s

Een ander weetje over de patio’s van Córdoba heeft te maken met de kruisen: in 1925 organiseerde het stadhuis de eerste wedstrijd voor de in de patio’s geplaatste kruisen, die werd gewonnen door het in Ocaña geplaatste kruis, 1: de prijs bedroeg 350 peseta’s, een economische schenking die nog zou worden verhoogd. Dat jaar waren het er 20, en het jaar daarop was het aantal verdubbeld. 

Dit kortstondige initiatief duurde slechts vijf jaar: het werd voor het laatst gehouden in 1929, samenvallend met het bezoek van de dictator Miguel Primo de Rivera aan de stad.

Pauze van 12 jaar

Omdat er voor de eerste wedstrijd in 1921 zo weinig belangstelling was, besloot de gemeenteraad de wedstrijd pas in 1933 weer uit te schrijven. De burgeroorlog bracht roet in het eten en de wedstrijd werd pas in 1944 onder het mandaat van Antonio Luna Fernández (1944-1951) nieuw leven in geblazen.

In de 21e eeuw zijn onafgebroken twintig wedstrijden gehouden, met uitzondering van het jaar 2020, toen de pandemie noopte tot opschorting in de maand mei. De opening, zonder wedstrijd, vond in oktober van dat jaar plaats.

In de eerste wedstrijden waren het de patio’s zelf die de kandidaten voordroegen, maar vanaf 1967 werd de wedstrijd opengesteld voor alle vrouwen uit Córdoba. De prijs bestond uit een ‘trahe de faralae’ – een flamenco-achtige jurk met stroken-  een tiara en een broche, en in 1967 hoorde er ook 20.000 peseta’s en een weekend aan de Costa del Sol bij.

In de vergetelheid

Door het verstrijken van de tijd zijn veel van Córdoba’s binnenplaatsen vergeten en vervallen geraakt. Dit is het geval voor Badanas 15, dat tien eerste prijzen heeft gewonnen in de 25 jaar dat het aan de wedstrijd heeft deelgenomen. Het was een echte binnenplaats voor bewoners – er woonden wel 19 gezinnen – en er stonden zo’n 2.000 bloempotten.

Tegenwoordig is de patio gesloten en verlaten. Jaren geleden probeerde buurman Bodegas Campos de patio te kopen, maar er was geen overeenstemming over de prijs. 

Het huis aan de Monterostraat 12, in het hart van de wijk San Agustín, had drie binnenplaatsen, die in 1965 en 1972 werden bekroond. De herinnering aan Albucasis, 6 jaar, een andere verloren binnenplaats, blijft ook op papier en in de gedachten van sommigen.

De patio’s in de literatuur

De patio’s van Córdoba hebben gediend als decor voor vele literaire werken. Een van de eerste die genoemd moet worden is Pío Baroja’s ‘La feria de los discretos’. Ook Azorín, een tijdgenoot van Baroja, stond stil bij de feestelijke gebruiken van Córdoba. ‘Córdoba heeft niet de subtiele sfeer van wellust die men in Sevilla inademt; er heerst een toon van strengheid, van ascese, die in de huizen overheerst’, schrijft de auteur van ‘La voluntad’. En hij voegt eraan toe: ‘Córdoba is een kleine binnenplaats geplaveid met kleine steentjes, een witgekalkte muur met een blauwe plint en de geur van verbrande olijfbomen in de lucht’.

 Juan Valera beschrijft in enkele van zijn romans de binnenplaatsen van Córdoba, waar een deel van het verhaal zich afspeelt. Zo lezen we in ‘Pepita Jiménez’ dat ‘elk huis zijn eigen deur heeft. De hoofdingang leidt naar de geplaveide binnenplaats met zijn zuilen, de zalen en andere statige vertrekken…’ ‘Las ilusiones del doctor Faustino’ en ‘Juanita la Larga’ zijn geen onbekenden voor dit soort doorgangen.

Later zou de belangrijkste vertegenwoordiger  van het Modernisme, Rubén Darío, verslag uitbrengen van zijn tijd in Córdoba. De Nicaraguaanse dichter merkt in ‘Tierras solares’ op: ‘Noch in Granada, noch in Sevilla, noch in Málaga heb ik die sfeer van oudheid van deze verlichte hoofdstad gevonden. En in de engte en de eenzaamheid van de straten, het oude traliewerk, het raam dat de liefde van de romantiek bevordert, de mysterieuze binnenplaatsen waar men een glimp van kan opvangen’.

Ook dichters, vooral plaatselijk dmaar ook enkele uit andere provincies, zijn geïnspireerd door de patio’s. Vanuit Cádiz stuurde Fernando Quiñones de volgende verzen aan Pablo García Baena. ‘Vandaag denk ik aan jou aan de rand van een straat in Córdoba / De rivier zingt. Wat een zon. Een kans op oranjebloesem waagt zich / door de straten, door de arme muren en de tegels waar we van houden, / door de taveernes waar de tijd / met ons drinkt, door de binnenplaatsen’.

Prijs voor een verwoeste binnenplaats

Een van de merkwaardigste gebeurtenissen van de wedstrijd vond plaats in 1979, ‘toen de eerste prijs ging naar de binnenplaats van Calle Polacas 3, een huis dat door het stadhuis zelf, de organisator van de wedstrijd, tot ruïne was verklaard, een echte paradox’. 

Van de twaalf gezinnen die ooit in het huis woonden, zijn er nog maar twee over (negen mensen in totaal). De prijs kwam als een zegen voor de bewoners. ‘Het is een feit dat het hofje de bewoners zozeer aan de traditionele levenskwaliteit heeft gehecht dat het hun de kracht en de moed heeft gegeven om zich geen zorgen te maken’, ondanks de slechte staat van het gebouw.

Dit vind je misschien ook leuk