
Dit verbod is niet uniek voor Spanje. Zo is het bijvoorbeeld in Duitsland strikt verboden om een baby Adolf Hitler te noemen en in Frankrijk mag een pasgeborene geen Nutella heten. Al kun je je afvragen wat het nut is van zo'n verbod, want wie wil zijn of haar kind naar de beroemde chocoladepasta noemen?
ADVERTENTIE
De Spaanse wet heeft geen specifieke lijst van verboden namen, maar stelt wel bepaalde grenzen:
- Namen met een negatieve connotatie of die aanleiding kunnen geven tot spot, zoals Engendro (Monster), Loco (Gek), Caca (kak), Hitler, Lucifer, en Osama Bin Laden, zijn niet toegestaan.
- Namen van steden, fruit, landen of handelsmerken zijn verboden.
- Het gebruik van meer dan twee voornamen in combinatie, zoals Jose María Antón, is niet toegestaan.
- Het volledig overnemen van namen van beroemdheden, zoals Elsa Pataky of Enrique Iglesias, is niet geoorloofd. Als de achternaam echter overeenkomt met die van een beroemd persoon, is er geen probleem.
- Broers en zussen mogen niet dezelfde voornaam hebben; elke naam moet uniek zijn binnen het gezin.
- Het is vaak moeilijk om een afkorting van een naam te registreren. Namen zoals Lola (Dolores) of Pepe (José) kunnen problemen opleveren.
- Acroniemen, afkortingen die als een woord worden uitgesproken, zijn niet toegestaan.
- Hoewel unisex namen steeds populairder worden, stelt de wet van 1958 dat namen die het geslacht van een persoon verwarrend kunnen maken, zoals María als voornaam voor een jongen of Fernando voor een meisje, verboden zijn.
Van belang is te weten dat de uiteindelijke beslissing over de acceptatie van een naam en dus de interpretatie van de wetgeving bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand ligt. Bij twijfel moeten ouders een rechtvaardiging geven om te zorgen dat de naam uiteindelijk wordt geaccepteerd.
Katholieke namen in Spanje
In Spanje komen nog opvallend veel katholieke namen voor, vooral bij oudere mensen. Denk aan María, Asunción, Dolores, Encarnación, Soledad bij vrouwen en Josué, Francisco, Ismael of Jesús bij mannen. De oorsprong daarvan is te vinden in het dictatoriale bewind van Francisco Franco (1939-1975). Dat werd gekenmerkt door autoritarisme en een diepe band met de katholieke kerk. De persoonlijke vrijheid van de Spaanse burgers werd op veel gebieden beperkt, waaronder ook de naamgeving van kinderen.
Verplichting tot het geven vvan traditionele en katholieke namen
Onder Franco's dictatuur moesten ouders hun kinderen namen geven die traditioneel en katholiek waren. Dit was onderdeel van een bredere poging van het regime om de Spaanse samenleving te homogeniseren en elke vorm van regionalisme of niet-traditionalisme te onderdrukken. Namen in regionale talen, zoals het Catalaans, Baskisch of Galicisch, waren vaak verboden. In plaats daarvan werden ouders aangemoedigd - of in sommige gevallen zelfs verplicht - om hun kinderen traditioneel Spaanse en katholieke namen te geven.
Bij de registratie van een kind bij de Burgerlijke Stand konden ambtenaren namen weigeren die zij als ongepast beschouwden. In veel gevallen werden namen die niet traditioneel katholiek waren, of die werden gezien als 'vreemd' of 'niet-Spaans', door deze ambtenaren afgewezen.
Deze praktijk weerspiegelde de symbiotische relatie tussen de Franco-dictatuur en de katholieke kerk. Franco zag het katholicisme als een integraal onderdeel van de Spaanse nationale identiteit en zijn regime zette zich in voor de verdediging en bevordering van traditionele katholieke waarden.
Na Franco's dood in 1975 en de daaropvolgende transitie naar democratie werden deze en vele andere beperkingen op persoonlijke vrijheden opgeheven. In het moderne Spanje hebben ouders, afgezien van de enkele genoemde wettelijke beperkingen, een grote vrijheid bij het geven van een naam aan hun kinderen.
Lees ook: Traditionele Spaanse namen staan op het punt van verdwijnen