Vreemde vogels, die ornithologen… (Column)

door admin
Vreemde vogels, die ornithologen... (Column)

Van beienetertjes, honderdduizenden ooievaars en van kraanvogels tot vale gieren. In alle soorten, maten en kleuren. Nou, dat is dan mooi, zou je zeggen. Ja, dat is het ook. Prachtig. Maar dat trekt ook vreemde vogels aan. De meest rare zijn toch wel de vogelaars, oftewel de ornithologen. Wat een volk, wat een volk. En ze komen overal vandaan. De meesten uit het buitenland, daar waar de welvaart op zijn hoogst is.

Digitaal vastleggen

Sommige dingen vind ik ook mooi om te zien, en daar is ook niets mis mee. Óók vogels, bomen, bloemen, natuur, wijnen, vrouwen, keukeningrediënten enzovoorts. Maar om nu als een bezeten paparazzi-fotograaf met een dampende tong uit de mond overal achteraan te rennen en dat digitaal vast te leggen? Nee, dank je de koekoek. 

Safaritoeristen

Ze lopen er vaak gekleed bij als safaritoeristen, met voor duizenden euro’s aan camera’s om hun nek. Met van die jaren zeventig opklapbare voorzet-getinte- brillenglazen op hun bestaande bril. Met van die Duitse stoffen toeristenhoedjes. En ik blijf erbij dat ze bijna allemaal last hebben van een te hoge bloeddruk. Altijd een licht opgezwollen, rood hoofd, vol met zweetdruppeltjes en nog veel meer vochtige plekjes. 

Andere planeet

Ik kom ze regelmatig tegen. In het voorjaar en in het najaar. En ik weet nog steeds niet hoe ik met ze om moet gaan. Alsof ze van een andere planeet komen. Een soort godsdienstwaanzinnigen, maar dan zonder religie. Het enige wat ze beweegt zijn die vogeltjes. Nog wat meer van de Spaanse cultuur opsnuiven – want je bent hier nu toch – of eens iets anders doen of proberen, en wellicht eens contact zoeken met de lokale bevolking, ook al spreek je geen Spaans, is er vaak niet bij. Als ik op zoek ben naar een vogeltje, naar het hoe of wat, dan kruip ik altijd even achter de computer en google ik naar de recepten van koks die weten hoe het werkt. In dat opzicht kun je mij ook wel een soort vogelaar noemen. Maar dan anders.  

Vogelende Nederlanders

Je kunt ook niet zomaar van alles tegen ze zeggen. Die vogel-menschen. Ik kwam er eens een aantal tegen en nog eerder dan aan het nummerbord van de auto herkende ik vogelende Nederlanders. Op een typisch Spaans landweggetje waar de gieren zich nogal eens laten zien. Een klein nietszeggend praatje, dacht ik. ‘Ohh, wat leuk… woon jij hier?’ en ‘Oh, wat prachtig.’ Op hun vraag of ik die en die vogel al wel eens had gezien, antwoorde ik met een tegenvraag: of ze wel eens zo’n heerlijk sappig patrijsje gegeten hadden, die hier veelvuldig rondwandelt. Het lekkerste vogeltje uit deze streek. Conversatie afgelopen. Pissed dat ze waren! Geen woord meer. Glimlachend stapte ik weer in mijn auto. Hun verbijsterd achterlatend. En het antwoord op mijn vraag wat ze dan doen als ze een speciale vogel hebben gezien, was er één waar ik het niet droog bij hield: dan komt er een kruisje bij die vogel in het persoonlijke ANWB vogelboek.

Smaak

Kijk, ik vind vogels ook prachtig en we moeten ook beschermen wat er te beschermen valt maar daarmee houdt het wel op. Niet meer. Want ik kan nu eenmaal geen vogel zien zonder me direct af te vragen hoe die zal smaken. 

Blinde vinkjes

Het meest curieuze zijn nog wel de gezichtsuitdrukkingen van de lokale dorpsbevolking, wanneer er weer een karavaan in carnavalsuniform voorbij schuifelt. Veel van die dorpelingen zijn dagelijks druk hun kostje bij elkaar aan het scharrelen, want met de huidige crisis zal enige vooruitgang nog vele jaren duren. En een uitkering-kje is er hier niet bij. En dan komt er weer een dergelijke overweldigende kermisoptocht voorbij. Met gezichten die – van twee kanten – boekdelen spreken. Goed voor het toerisme zou je zeggen, maar feit is dat buitenlanders nu eenmaal graag bij buitenlanders kruipen. Dus al met al, delft de lokale bevolking het onderspit. Restaurantjes en barretjes hier en daar uitgesloten. Maar het liefst eten deze vogelgangers het liefst hun eigen blinde vinkjes net zoals thuis. Met een in de jus geprakte kruimige aardappel. 

Meldpunt

Ik zou er voorstander van zijn om hier een meldpunt te creëren voor dit soort hobby-gangers. Net zoals bij Vroege Vogels op radio1. Met vermelding van waar en wanneer, en wat ze aan het doen zijn. Een gerichte schatting van hoeveel het er zijn en wat voor jaarinkomens ze – voor een gemiddelde Spanjaard – aan waarde om hun nek hebben hangen. Maar ook een vermelding van wat voor kleding ze aan hebben.

Het mooiste zijn die te krappe beige korte broeken waar een streepje blote buik uitpuilt. Met witte opgetrokken kniekousen en wandelschoenen ter waarde van een maandsalaris. Wellicht een leuke hobby voor mij. Want het lijkt wel een herboren jaren-twintig-vorige-eeuw-expeditie-leger, maar dan voorzien van alle luxe en gemakken. Binnenkort zullen de eerste Prada-, Chanel,- en Gucci-vogelaars-lijnen wel verschijnen.

Gillend van de lach

Maar goed, al met al blijft het voor mij – inmiddels een halve Spanjaard – een fascinerend gezicht. En mijn Spaanse Anabel? Die moet wanneer er weer zo’n kudde flierefluiters ons gezichtsveld binnen wandelt meestal gillend van de lach direct naar het toilet. Zij is met de tijd ook goed vertrouwd geraakt met mijn humor. En toch vind ik het allemaal prima hoor! Je kunt maar een hobby hebben. Wat maakt mij het uit. Voor mij altijd een reden om weer eens vorstelijk te glimlachen. En een volgende keer zelf toch ook maar eens een camera meenemen. Voor hen zal ook ik wel een vreemde kostganger zijn. Een zeldzaam uitheemse terrasklever. Maar wel één die fluitend door het leven vliegt. Een vreemde vogel, maar verre van ornitholoog.

Dit vind je misschien ook leuk