Deze gemeenten bevinden zich in ‘kritieke financiële toestand’ volgens de fiscale autoriteit AIReF. Deze stelt voor aan de Spaanse minister van Financiën een commissie op te richten die zich zal buigen over mogelijke oplossingen, nadat eerst de oorzaken zijn geanalyseerd. AIReF heeft de gemeente Madrid buiten dit lijstje gehouden omdat Cristóbal Montoro hier al wekelijks de rekeningen controleert.
Vorig jaar hadden alle gemeentes samen een overschot van 0,6% van het bruto binnenlands product. Dit leidde tot vreugde bij minister Montoro omdat dankzij het overschot van de gemeentes het tekort van de staat, de autonome regio’s en de sociale zekerheid hoger kan zijn om alsnog aan de eisen vanuit Brussel te kunnen voldoen.
Toch is er niet alleen reden tot blijdschap. In 9 Spaanse gemeentes van meer dan 20.000 inwoners is de financiële situatie ‘kritiek’. De schuld van al deze gemeentes beslaat ruim 200% van hun inkomsten. Ze zouden dus twee jaar niets moeten uitgeven om van de schuld af te zijn. In veel van de betreffende gemeentes moeten toeleveranciers langer dan 250 dagen wachten op betaling, terwijl dit op basis van de wet slechts 30 dagen mag zijn. Wil je dus als bedrijf voor een van die gemeentes werken, dan weet je dat je bijna een jaar moet wachten op je geld.
Drie van de negen gemeentes liggen in Andalusië (Jaén, Jérez en La Línea), drie in Madrid (Alcorcón, Parla en Navalcarnero), één in Murcia (Totana), één in Valencia (Gandía) en één in Castilië en León (SAn Andrés del Rabanedo).
‘Als de schuld hoger is dan 75% van wat er binnenkomt is het niet mogelijk zonder toestemming van de staat iets uit te geven en als de schuld meer dan 100% is, kan een gemeente geen leningen meer aangaan’, aldus een woordvoerder van AIReF. De totale schuld van deze negen gemeentes is meer dan 200% van hun inkomsten en in zes gemeentes is de schuld zelfs meer dan 300% van hun inkomsten.
Jaén staat er het slechtst voor met 462 miljoen euro schuld, dat is meer dan 400% van wat er per jaar binnenkomt aan inkomsten. Toeleveranciers in Jaén moeten gemiddeld 553 dagen wachten voor ze betaald worden. ‘De gemeente blijft meer inkomsten op de begroting zetten, dan die er feitelijk zijn’, zegt AIReF. En dat is al vijf jaar zo.
Alcorcón heeft 298 miljoen euro schuld en betaalt gemiddeld in 190 dagen; in Gandía gaat het om 283 miljoen euro en 282 dagen; La Línea 149 miljoen euro en 75 dagen, Navalcarnero 104 miljoen euro en 674 dagen; Parla 433 miljoen euro en 430 dagen; San Andrés 61 miljoen euro en 372 dagen en tot slot Totana met 95 miljoen euro schuld en 282 dagen.
Grote gemeentes
Een van de andere conclusies uit het rapport van AIReF is dat de grote gemeentes ‘goed gedrag’ vertonen op dit vlak, zoals Barcelona, Málaga, Alicante en Almería. De 16 gemeentes met meer dan 250.000 inwoners. Acht grote gemeenten gaan echter minder goed. Dit zijn Madrid, Valencia, Las Palmas de Gran Canaria, Bilbao, Córdoba, Gijón, cabildo van Tenerife en de Eilandraad van Mallorca.