Het einde van Brusselse controle op Spaanse overheidsfinanciën nadert

door admin
Het einde van Brusselse controle op Spaanse overheidsfinanciën nadert

María Jesús Montero, minister van Belastingen, gaf aan dat het begrotingstekort van 2018 uitkomt op minder dan 2,7 procent van het bbp, maar waarschijnlijk wel nog boven de 2,2 procent. Dit was het officiële doel. Een afwijking die door de regering wordt gerechtvaardigd door het feit dat de voorspellingen hierover, die de voormalige regering naar Brussel heeft gestuurd, niet realistisch waren.

De overgang van de ‘corrigerende controle’ naar de ‘preventieve controle’, die is gekoppeld aan de drempel van 3% van het bbp, zal niet automatisch zijn nadat het tekort op vrijdag 29 maart wordt bekendgemaakt. Deze heeft eerst nog de goedkeuring nodig van de Europese autoriteiten, die in juni zal worden bekendgemaakt. 

Het einde van de ‘procedimiento de déficit excesivo’ (PDE) betekent een einde aan de jarenlange ‘ongemakkelijke’ controle van Brussel op de Spaanse uitgaven die kon leiden tot aanpassingsmaatregelen en zelfs tot sancties. Bovendien zal het einde van die controle worden verwelkomd door de financiële markten en dit kan de kredietwaardigheid van Spanje positief beïnvloeden en de kosten om de schuld te financieren verlagen.

In 2007 had Spanje nog een overschot van 2,2 procent van het bbp. Een jaar later was het een tekort van 3,99 procent en weer een jaar later was dat toegenomen tot 11,06 procent van het bbp. Sinds die top werd bereikt ging het tekort langzaam weer omlaag van 9,33% in 2010, 9,44% in 2011, 6,84% in 2012, 6,33% in 2013, 5,77% in 2014, 5,06% in 2015, 4,29% in 2016 en 3,03% in 2017.

Dit vind je misschien ook leuk