Dit blijkt uit gegevens die door het Spaanse statistiekbureau INE werden gepubliceerd op woensdag. Lonen zijn in het eerste kwartaal van het jaar met 1,7 procent gestegen. Dat gebeurde echter niet in alle sectoren. Zo blijven ze gelijk in de bouwsector en in de horeca is eveneens geen verandering waar te nemen. Daar daalden de arbeidskosten zelfs met 3,2 procent.
De lonen zijn om drie redenen gestegen. Allereerst hadden collectieve onderhandelingen een toename van 2 procent tot gevolg. Daarnaast vormde de verhoging van het minimumloon naar 900 euro door de socialistische regering een belangrijke oorzaak en tot slot stegen de ambtenarenlonen die in de Algemene Staatsbegroting zijn opgenomen.
Ondanks dat de lonen op jaarbasis sinds 2017 zijn gestegen, deden de prijzen dat niet. Men verliest dus nog steeds aan koopkracht. Die ligt nog ver onder het niveau van voor de crisis. Volgens de Spaanse bank heeft tot 25 procent van de Spaanse werkenden nog te maken met een ‘bevroren loon’.
2019 kan volgens de Spaanse bank het jaar van het loonherstel zijn, mits de tendens zich doorzet. Iets dat werkgevers in twijfel trekken. De markt lijkt zich in tweeën te splitsen met de anciënniteit (periode dat iemand aan een bepaalde organisatie is verbonden) van de werkgevers als basis.
56 procent van de bedrijven erkent dat ze minder betalen aan nieuwe werknemers dan aan personeel dat al langer bij hun organisatie werkt. Het verschil tussen de twee groepen kan oplopen tot 23 procent, zo blijkt uit gegevens van Adecco die een enquete afnam onder werkgevers.
60 procent van de bedrijven voorziet dat ze pas in 2025 dezelfde salarissen zullen betalen als die in 2008.