Spanje heeft het al langer volgehouden dan andere economieën, maar de achteruitgang van de activiteit in het land nadert de vertraging die in de eurozone als geheel al bijna in heel 2018 te zien was. De vermindering van de vooruitgang van het Spaanse bbp is de afgelopen maanden sterker geworden en nu gaat deze sneller achteruit dan die van de eurozone als geheel. Terwijl voor de ‘club van rijke landen’ een ‘stabiele groei’ wordt verwacht, zo schrijft de Spaanse krant El Economista.
Men herleidt dit uit zaken als de vraag naar grondstoffen, de verkoop van auto’s, de besparingen en de industriële bestellingen. De consumptie en de binnenlandse investeringen, twee stevige pilaren voor de Spaanse economie in de afgelopen jaren, beginnen aan kracht te verliezen als gevolg van een mindere groei van de economieën van de belangrijkste handelspartners en onzekere omstandigheden op geopolitiek niveau.
In de maand augustus vertoonde de indicator voor Spanje een achteruitgang van 0,22 punt ten opzichte van de maand juli, terwijl dat voor de eurozone om 0,10 punt ging. Op jaarbasis gaat het om een achteruitgang van 1,37 punten (1,38 voor de eurozone). Dit valt deels te verklaren uit het feit dat de Spaanse economie het langer heeft volgehouden dan die van de eurozone, waardoor de daling nu groter is.
Van de grote economieën in de eurozone toont alleen Duitsland symptomen van een zwakke groei. Frankrijk maakt een ‘stabiele groei-impuls’ door en in italië wijst de indicator op ’tekenen van stabilisatie’.