Spanje heeft laagste aantal overheidsbedrijven van de Europese Unie

door admin
Spanje heeft laagste aantal overheidsbedrijven van de Europese Unie

Regeringen vanaf de 19de eeuw tot de jaren na de dictatuur waren zich ervan bewust dat deze overheidsbedrijven essentieel waren voor het bereiken van economische beleidsdoelstellingen en voor het waarborgen van de kracht en de macht van de staat. 

Dat Spanje werd toegelaten tot de Europese Gemeenschap vormde een keerpunt. De neoliberale principes waarvan de Europese instellingen destijds al sterk waren doordrongen, waren gebaseerd op de liberalisering van vrijwel alle economische sectoren en de verkleining van de overheidssector ten gunste van de particuliere sector. Het gevolg was dat de integratie in de Europese Gemeenschap hand in hand ging met economische liberalisering en geleidelijke privatisering van Spaanse overheidsbedrijven. 

Het Verdrag van Maastricht in 1992 waarin de basis werd gelegd voor de eenheidsmunt versterkte dat traject. Om tot de Monetaire Unie te kunnen toetreden mocht het overheidstekort niet groter zijn dan 3 procent van het bbp. Voor de regering Felipe González was dat het perfect excuus om enkele kroonjuwelen te verkopen om met de inkomsten daaruit het tekort te verminderen.

Tussen 1988 en 1996 werden belangrijke belangen in grote overheidsbedrijven waaronder Endesa, Repsol, Argentaria (tegenwoordig onderdeel van BBVA), Ence en Telefónica verkocht. Dat leverde de Spaanse schatkist meer dan 16,8 miljard euro op.

In 1996 kwam de Partido Popular aan de macht en de regering onder leiding van José María Aznar verkocht 76 staatsbedrijven geheel of gedeeltelijk. Hiermee werd 53,9 miljard euro verdiend. Onder deze bedrijven waren Gas Natural, Aldeasa, Aceralia (nu onderdeel van Arcelor-Mittal), Tabacalera (nu onderdeel van Imperial Tobacco) Indra, Red Eléctrica, Iberia en AENA. 

De staat Spanje ging van 130 staatsbedrijven iin 1985 (met meerderheidsbelang) naar 16 nu en van 800 bedrijven met een indirecte of minderheidsparticipatie tot slechts 100. De deelname van de staat aan de aandelenbeurs ging van 16,64 procent in 1992 tot slechts 0,34 procent in 1999. 

De verkochte overheidsbedrijven waren actief in zeer strategische sectoren op economisch, politiek, productief, financieel, milieu- en transport: 42 procent van de verkochte bedrijven behoorde tot de energiesector, 17 procent tot transport, 16 procent tot telecommunicatie, 13 procent tot de industrie en 8 procent tot de financiële sector. 

Ondanks dat de Europese Unie privatiseringen aanmoedigde en ook faciliteerde, zijn Spaanse regeringen veel verder gegaan dan andere landen. Spanje is zelfs het land met het minste aantal overheidsbedrijven (gemeten in marktwaarde) van de hele EU.

 

Dit vind je misschien ook leuk