De grens tussen Spanje en Frankrijk loopt letterlijk door het midden van het dorp El Pertús (op z’n Spaans) of Le Perthus (op z’n Frans). In het noordelijke en westelijke deel van dorp geldt de Franse wet, in het oostelijke en zuidelijke de Spaanse. Het dorp ligt in de Pyreneeën, in de buurt van La Jonquera.
Grenscontroles
Dankzij het Schengenverdrag is de grens sinds 1995 open en komen er dagelijks honderden Fransen naar het Spaanse deel van El Petrús voor goedkope sigaretten, alcohol en boodschappen. Daar maakten de coronacrisis en daaropvolgende de lockdown een einde aan. Grenzen en veel winkels moesten dicht. Alleen reizigers met een vergunning (wegens werk of transport) werden bij grenscontroles doorgelaten. Omdat de controlepost iets buiten het dorp ligt, bleef het toch eenvoudig om te voet de grens in het dorp over te steken.
Versoepeling maatregelen
Inmiddels worden de maatregelen door Frankrijk en Spanje weer versoepeld, maar ze doen dat niet in hetzelfde tempo of op dezelfde manier. Zo mogen Spaanse winkels die buiten niet voldoende ruimte hebben om klanten te laten wachten, hen alleen op afspraak laten komen. Overal in Spanje waar het niet mogelijk is twee meter afstand te houden, is het dragen van een mondkapje verplicht, terwijl in Frankrijk mondkapjes bijna nergens verplicht zijn.
Grensdorp overspoeld
In Frankrijk is het nog niet toegestaan om op een terrasje te zitten, in Spanje wel. Waar de Spanjaarden nog dicht bij moeten huis blijven, mogen de Fransen zich al tot 100 kilometer van hun huis verplaatsen. Toen Frankrijk de maatregelen versoepeld had, werd El Pertús, dat 3200 inwoners telt, opeens overspoeld door 1500-2000 mensen uit Frankrijk die van ver kwamen om een terrasje te pikken.
In goede banen leiden
Om de onverwachte toestroom in goede banen te leiden werken de politie en douaniers van Spanje en Frankrijk nauw samen. Er zijn dranghekken geplaatst en linten gespannen en de Spaanse regels worden overal ook in het Frans vermeld.