Voedingsmiddelenindustrie stabiele factor voor Spaanse economie

door admin
Voedingsmiddelenindustrie stabiele factor voor Spaanse economie

De concurrentie van landen buiten de EU met lagere loonkosten en een betere aansluiting op de wereldwijde waardeketen, was ook vóór de covid-19-crisis al een bedreiging voor de industriële sector in Spanje. De coronapandemie leidde dan ook tot een aanzienlijk aantal faillissementen en ontslagen in deze sector. Echter, met uitzondering van de voedingsmiddelenindustrie, want crisis of geen crisis, thuis of buiten de deur, consumenten zullen altijd blijven eten en drinken. 

Meest stabiele en productieve industrie

Sinds de aanvang van de economische crisis in 2008 neemt het percentage dat de voedingsmiddelenindustrie uitmaakt van het bruto binnenlands product (bbp) in Spanje ieder jaar toe. Ook vergeleken met andere EU-lidstaten is het percentage van deze sector met 9,3 procent van het bbp in Spanje groter dan het Europees gemiddelde van 6,2 procent. Hiermee heeft de Spaanse voedingsmiddelenindustrie een sterke internationale concurrentiepositie en is het de meest stabiele en productieve industrie binnen de secundaire sector.

De productiviteit van de Spaanse voedingsmiddelenindustrie is bijna 30 procent groter dan de gemiddelde productiviteit in Europa. In 2019 bedroeg het handelsoverschot binnen deze sector in Spanje 14,5 miljard euro. Na Nederland op nummer één, had Spanje daarmee vorig jaar het grootste handelsoverschot van alle EU-lidstaten. Omdat de voedingsmiddelenindustrie voorziet in de basisbehoeften van consumenten komt een crisis hier minder hard aan en is de hoop voor nieuwe werkgelegenheid in Spanje dan ook op deze sector gevestigd.  

Inhaalslag op exportmarkt

Spanje trad later dan andere EU-lidstaten toe tot de exportmarkt, maar haalde deze achterstand in relatief korte tijd ruimschoots in: de gemiddelde jaarlijkse groei in de afgelopen tien jaar (van ruim 7 procent) is het dubbele en soms zelfs het drievoudige van de gemiddelde groei van andere concurrerende lidstaten. Binnen de EU neemt Spanje met 53 miljard euro een vierde plaats in als het gaat om grootste exportlanden van voedingsmiddelen, na Nederland op nummer één (90 miljard), Duitsland op nummer twee (72 miljard), Frankrijk op nummer drie (65 miljard) en nog vóór Italië op nummer vijf (43 miljard). 

Dit vind je misschien ook leuk