Het is voor het eerst sinds 1970, toen gestart werd met het registreren van de welvaartscijfers, dat het bruto binnenlands product zo’n grote groei doormaakt ten opzichte van het voorgaande kwartaal. De grote vraag is nu hoe de cijfers van het laatste kwartaal zullen zijn, omdat deze een goede indicatie geven voor het economisch herstel in 2021.
Economische krimp ten opzichte van een jaar geleden
Ten opzichte van het derde kwartaal in 2019 nam het bbp in juli, augustus en september van dit jaar met 9 procent af. Dat is iets meer dan de 8,7 procent die aanvankelijk door het INE was voorspeld. De krimp ten opzichte van het voorgaande jaar is in het derde kwartaal hoe dan ook aanzienlijk minder dan in het tweede kwartaal. Toen was er sprake van een daling van het bbp van liefst 21,6 procent. De iets te optimistische voorspelling van het INE eind oktober wijt het instituut aan de toen nog ontbrekende cijfers van de maand september.
Verwachtingen voor vierde kwartaal lopen uiteen
Met de 16,4 procent economische groei in de zomermaanden leek Spanje snel uit de recessie te kruipen na twee achtereenvolgende kwartalen met een economische krimp van respectievelijk 5,3 en 17,9 procent. De voorspellingen voor dit vierde kwartaal, die als gezegd veelzeggend zullen zijn voor 2021, lopen uiteen. De Spaanse regering heeft laten weten positieve verwachtingen te hebben voor het vierde kwartaal, terwijl de Banco de España en andere instellingen het waarschijnlijk achten dat er opnieuw sprake van zal zijn van economische krimp.
Ook de consumptie van de Spaanse huishoudens steeg in het derde kwartaal met 20,8 procent historisch ten opzichte van het kwartaal daarvoor, toen er juist van een historische daling sprake was van 20,7 procent. Ook de investeringen namen in juli, augustus en september weer toe met 21,7 procent, nadat deze met 20,6 procent waren afgenomen in het tweede kwartaal van dit jaar. De investering in machines en apparatuur nam in het derde kwartaal zelfs toe met een recordpercentage van 42,6 procent.