
Daarbij moet volgens het energiebedrijf worden gedacht aan duurzame brandstof voor zwaar transport over de weg of via de lucht. Repsol streeft ernaar om in het jaar 2050 koolstofneutraal te zijn en zet in de komende jaren de productie van biobrandstof in als voornaamste strategie om deze doelstelling te behalen.
ADVERTENTIE
Geen nieuwe infrastructuur nodig
Procesontwikkelingsmanager Miguel Ángel García Carreño van Repsols Techonogy Lab benadrukt dat de chemische samenstelling van biobrandstof geschikt is om te gebruiken in de huidige voertuigen met een verbrandingsmotor. Omdat dat nu nog het grootste deel van het totale wagenpark betreft, kan van de al bestaande infrastructuur voor brandstofdistributie en -bijvulling gebruik worden gemaakt. Het gaat volgens García Carreño dan ook om een reële en al beschikbare manier om de co2-uitstoot omlaag te brengen binnen de transportsector.
Voor deze biobrandstofstrategie bouwt Repsol in Cartagena de eerste fabriek die vanaf 2023 jaarlijks 250 miljoen kilo duurzame brandstof gaat produceren. Vanaf 2025 moet de productie zijn opgevoerd naar 1,3 miljard kilo duurzame brandstof en vanaf 2030 naar meer dan 2 miljard kilo brandstof per jaar. Dat heeft Repsol in zijn laatste nieuwsbrief laten weten.
Biobrandstof voor de luchtvaart
In de fabriek in Cartagena ontwikkelt Repsol een technologie om van waterstof en gerecyclede grondstoffen geavanceerde biobrandstof te produceren zoals biodiesel, biojet, bionafta en biopropaan die als brandstof kunnen worden toegepast voor de huidige vliegtuigmotoren. Met de duurzame luchtvaartbrandstof kan jaarlijks 900 duizend ton CO2-uistoot worden bespaard, dat is net zoveel CO2 als een bos ter grootte van 180 duizend voetbalvelden per jaar kan opnemen.
Biojet zal ook worden geproduceerd in de fabriek in Murcia; van deze biobrandstofsoort zijn afgelopen zomer al de eerste 7 miljoen kilo in Spanje geproduceerd in Puertollano.