Dat blijkt uit gegevens van het Spaanse statistiekbureau INE, die gebruikt zijn voor het jaarlijkse rapport over de werkgelegenheid in Spanje. Verrekend met de consumentenprijsindex (CPI) heeft deze loonsverlaging een verlies van 1,4 procent van de koopkracht tot gevolg, wat inhoudt dat van het gemiddelde salaris jaarlijks 280 euro minder kan worden uitgegeven vergeleken met twee jaar geleden. Toen steeg de koopkracht met bijna een procentpunt ten opzichte van de twee jaar daarvoor.
Gemiddelde salaris het hoogst in Madrid, Baskenland en Navarra
Met de koopkrachtdaling van dit jaar is een einde gekomen aan de trend van een onafgebroken koopkrachtstijging vanaf 2017. De daling van het gemiddelde bruto maandsalaris deed zich in Spanje binnen alle autonome regio’s voor, met uitzondering van La Rioja, waar in het jaar van de pandemie het gemiddelde salaris juist steeg met 1 procent.
Het gemiddelde brutosalaris is met 1.964 euro per maand het hoogst in de regio Madrid, gevolgd door de regio Baskenland (1.954 euro) en Navarra (1.837 euro), waar sprake was van een salarisdaling van respectievelijk 1,3 procent, 1,5 procent en 0,7 procent.
Salarissen het laagst op Canarische Eilanden
Het gemiddelde salaris is met 1.281 euro bruto per maand (-12,8 procent ten opzichte van voorgaande periode) het laagst op de Canarische Eilanden, gevolgd door de regio Extremadura met 1.338 euro bruto per maand (-2,7 procent). Gekeken naar de procentueel grootste daling van het gemiddelde salaris, staan de Balearen met liefst 13,2 procent salarisverlies bovenaan, gevolgd door de Canarische Eilanden met een daling van de genoemde 12,8 procent. Op de beide eilandengroepen was in het laatste kwartaal van 2020 het gemiddelde salaris gelijk aan dat uit 2007. In de verdeling van de inkomstendaling binnen Spanje is duidelijk te zien dat deze het grootst is in de regio’s waar de meeste tijdelijke werkloosheidsregelingen ERTE zijn getroffen zoals dat het geval was op de beide eilandengroepen.
In de regio’s Andalusië, Castilië-La Mancha en Murcia laten een tegengestelde tendens zien: een jaar geleden ging hier de koopkracht achteruit, maar deze is hier nu herstellende. Dat herstel is in de regio Murcia het grootst met een koopkrachtoename van 1,8 procent ten opzichte van een jaar geleden.