Dit heeft de Spaanse Onafhankelijke Autoriteit voor Fiscale Verantwoordelijkheid (Airef) vastgesteld. Airef vergeleek het steunplan van Spanje met dat van Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Ierland, Portugal en België. Spanje kwam in maart dit jaar met een eerste steunplan over de brug, terwijl de overige landen dit al in maart en april van het vorig jaar hebben gedaan.
Bedrijven wachten nog steeds op hun geld
Bovendien is Spanje het enige land waar alleen ondernemingen in de hardst getroffen sectoren van de overheidssteun kunnen profiteren. Relatief besteedt Spanje het laagste percentage van het bruto binnenlands product (bbp) aan het bedrijfsleven. In Nederland, Duitsland, Italië en Frankrijk was dit percentage een stuk hoger. Spanje trok voor de steun aan bedrijven een bedrag van 7 miljard euro uit, waarvan nog steeds geen cent bij de bedrijven terecht is gekomen. In 2020 kregen noodlijdende ondernemingen in Spanje alleen financiële steun van hun regioregeringen, maar de omvang daarvan is niet te vergelijken met wat bedrijven in overige EU-landen vorig jaar kregen.
Nederland heeft royaalste steunpakket
Volgens berekeningen van Airef was de steun die de Nederlandse overheid aan het bedrijfsleven toekende het royaalst met 4 procent van het bbp. Daarna volgen Duitsland met 3,5 procent, Italië met 1,5 procent en Frankrijk met 1 procent. Spanje staat met 0,6 procent op gelijke hoogte met Portugal en België.
Spanje wacht het langst en heeft strengste voorwaarden
Airef constateert dat de overige landen hun steunmaatregelen bij iedere nieuwe coronagolf hebben aangepast (bijvoorbeeld ook het toekennen van steun voor grotere bedrijven of versoepeling van de voorwaarden voor het verkrijgen van de steun), terwijl Spanje een jaar lang gewacht heeft met het goedkeuren van een eerste pakket waarvoor bovendien de voorwaarden het strengst zijn om ervan te kunnen profiteren. Volgens vicepremier Nada Calviño heeft Spanje zo kunnen voorkomen dat er geld verdwijnt naar bedrijven die daarna alsnog failliet zouden gaan.
Steun is ontoereikend
De Banco de España heeft berekend dat de steun aan het Spaanse bedrijfsleven ontoereikend is. De gezamenlijke schuld van alle bedrijven die het zwaar hebben maar wel nog levensvatbaar zijn ligt tussen de 10 en 20 miljard euro. Dat illustreert dat de in totaal 11 miljard euro (inclusief de bijdrage uit het Europese noodfonds) die de Spaanse regering in het bedrijfsleven pompt aan de lage kant is. Bovendien vindt de Banco de España het ook een kwalijke zaak dat alleen de zwaarst getroffen sectoren van de overheidssteun kunnen profiteren. Deelregeringen moeten volgens de Banco de España dan ook gebruik maken van hun recht om de criteria voor toetreding tot het fonds te versoepelen, waarmee zij direct de werkgelegenheid helpen beschermen.