Levensonderhoud in Spanje in 2021 aanzienlijk duurder

door admin
Levensonderhoud in Spanje in 2021 aanzienlijk duurder

De prijsindex steeg in juli 2,9 procent ten opzichte van juli 2020. Dat is de grootste toename sinds februari 2017. De huidige stijging is niet alleen toe te schrijven aan de pandemie, maar verschillende factoren liggen hieraan ten grondslag. Zo steeg de elektriciteitsprijs op de groothandelsmarkt tot ongekende hoogte en steeg tegelijkertijd ook de olie- en de gasprijs ten opzichte van jaar geleden. 

Volle tank 10 euro duurder dan in januari

Volgens gegevens van statistiekbureau INE steeg de prijs van elektra met 17 procent, van benzine en diesel zelfs met respectievelijk 17,6 en 17,7 procent en van gas met 8,6 procent. Voor het eerst in zeven jaar moet voor een liter benzine soms meer dan €1,40 worden betaald. Concreet betekent de hoge benzineprijs dat de auto voltanken (50 liter) in juli een tientje duurder was dan in januari. 

Ook een aantal levensmiddelen werd duurder, waaronder olijfolie (ruim 22 procent), frisdrank (ruim 11 procent), fruit (4,6 procent), eieren (3,5 procent), gevogelte (3 procent) en rundvlees (0,3 procent). 

Leven voor huishoudens 505 euro duurder 

Woordvoerder Enrique García van consumentorganisatie OCU geeft aan dat de significante verhoging van de prijsindex grotendeels te maken heeft met het dure energieverbruik. Volgens berekening van de OCU is het leven voor Spaanse huishoudens alles bij elkaar op jaarbasis zo’n 505 euro duurder geworden. Benzine is 311 euro duurder, diesel 250 euro, gas 55 euro en elektriciteit 139 euro. Bij dat laatste is de doorgevoerde btw-verlaging (IVA) nog niet eens meegerekend. Zonder dit overheidsingrijpen zou elektriciteit niet 139, maar zelfs 187 euro duurder zijn. 

Dure grondstoffen

Docent economie Massimo Cermelli voorziet dat de inflatie nog tot zeker 2022 of 2023 zal doorzetten omdat vooral grondstoffen nog duurder zullen worden. Een vat ruwe olie kost momenteel meer dan 72 dollar, in tegenstelling tot vorig jaar, toen de prijs tot een historisch minimum van 20 dollar daalde als gevolg van de wereldwijde lockdowns. Sinds de tweede helft van dit jaar overheden hun maatregelen versoepelen, neemt ook de vraag naar olie significant toe. 

Door alle onzekerheden die de deltavariant van het coronavirus met zich meebrengt, loopt de vraag inmiddels weer wat terug, maar de verwachting is dat tot zeker 2022 de prijs van een vat ruwe olie tussen de 60 en 70 dollar zal liggen. Cermelli legt uit dat dit langdurig gevolgen heeft voor consumenten vanwege het zogeheten vallende-veer-effect. Daarmee wordt bedoeld dat de prijs van een vat ruwe olie als een raket omhoog kan schieten, maar de daling vervolgens veel langzamer gaat, vergelijkbaar met een neerdwarrelende veer. 

Obstakels voor logistiek proces

Ook de bevoorradingsproblemen hebben volgens Cermelli invloed op de portemonnee van de consument. De chips-schaarste en de dure grondstoffen zullen zeker nog tot 2022 of 2023 de logistieke keten negatief blijven beïnvloeden. Daardoor stokken productieprocessen en zijn de gevolgen ook verder in de keten merkbaar. Als een autoproducent geen auto’s kan maken, heeft dit weer invloed op de werknemers van het bedrijf. Zo liggen er dus meerderde factoren ten grondslag aan de toenemende inflatie, waardoor deze zomer de duurste geworden is uit de afgelopen 20 jaar. 

Dit vind je misschien ook leuk