Rijkste 10 procent Spanjaarden bezit bijna 60 procent van het vermogen in Spanje

door admin
Rijkste 10 procent Spanjaarden bezit bijna 60 procent van het vermogen in Spanje

De welvaartskloof is daarmee kleiner dan in landen als Duitsland en Portugal, maar weer groter dan in Frankrijk of Italië. Volgens onderzoeker Clara Martínez Toledano van World Inequality Lab is de ‘herverdelende capaciteit’ van de Spaanse overheid ontoereikend om de kloof tussen arm en rijk kleiner te maken. 

Het grootst is de ongelijkheid nog steeds in landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië. Op Europees niveau is Spanje een middenmoter als het gaat om de verdeling van inkomen en vermogen, maar de ongelijkheid neemt hier, net als in de rest van de wereld, steeds verder toe. 

Groot nationaal vermogen in 2008

De vastgoedbubbel uit 2008 maakte van Spanje een van de landen met de grootste vermogensopbouw, al was deze fictief. De torenhoge huizenprijzen zorgden ervoor dat het privévermogen in dat jaar 800 procent was van nationale inkomen. Dat betekent dat als de gehele arbeidsproductiviteit zou worden stopgezet, het land nog 8 jaar had kunnen teren op dit privévermogen. Ter vergelijking: in 2008 was het totale privévermogen in Frankrijk en Engeland rond de 535 procent van het nationaal inkomen, in Amerika was dat 472 procent.

Toch leidde de vermogensopbouw in Spanje in 2008 niet tot een grotere ongelijkheid. Dat kwam omdat het merendeel van de sociale middenklasse een eigen huis in bezit had en in veel mindere mate financiële beleggingen. De exceptionele prijsstijging had daardoor een gematigd effect, zegt onderzoeker Luis Bauluz van World Inequality. 

Rijkdom ten koste van sociale middenklasse

Met het uiteenspatten van de vastgoedzeepbel veranderde dit panorama, het welvaartsniveau in Spanje nam af en de rijkdom concentreerde zich steeds meer in handen van de rijkste toplaag. Die bezit nu dus 57,6 procent van het nationaal vermogen, terwijl dat in 2018 nog 56,5 procent was. Dat is ten koste gegaan van de 50 procent armsten, en vooral van de sociale middenklasse die van 36,9 naar 35,8 procent is gezakt. 

Martínez Toledano legt uit dat de toegenomen ongelijkheid deels verklaard kan worden met inkomen uit kapitaal, en dat deze rijkdom door gaten in het huidige belastingstelsel niet wordt genivelleerd. Zo hebben de hervormingen van de vermogensbelasting ertoe geleid dat maar minder dan 1 procent van de bevolking deze belasting ook daadwerkelijk heeft betaald. Een aantal autonome regio’s, waaronder Madrid, heeft zelfs helemaal nagelaten om vermogensbelasting te heffen. 

Dit vind je misschien ook leuk