
Het bedrijf is gevestigd in de gemeente Narón in A Coruña. Megasa zet schroot om in golfbarstaal, wildwals en walsdraad in een breed scala aan kwaliteiten. Daarmee is het geclassificeerd als een elektro-intensief bedrijf, vanwege de hoeveelheid elektrische energie die voor deze activiteiten nodig is.
ADVERTENTIE
Megasa heeft een ander bedrijf in Narón, Megamalla, dat zich toelegt op de productie van elektrisch gelast stalen gaas. De productie hiervan is afkomstig van warmgewalst gegolfd staal, in staaf of op rol.
Zwaar weer voor elektro-intensieve industrie
De verhoogde elektriciteitskosten vormen een belangrijk deel, maar niet het volledige probleem voor deze industrie. De gevolgen van de in- en uitvoerbeperkingen die het Westen Rusland als sancties heeft opgelegd, zijn los van die energieprijs al merkbaar in producten als staal. Met het uitbreken van de oorlog is er sinds vorige week geen kilo staal uit beide landen vertrokken. En volgens een senior manager in de sector zijn de prijzen al tussen de 10% en 20% gestegen. De flink verhoogde productiekosten zorgen ervoor dat veel industriële bedrijven twijfelen of ze hun zaak nog langer open kunnen houden.
"Chaotische en catastrofale situatie!"
Fernando Soto, algemeen directeur van de Vereniging van Bedrijven met Groot Energieverbruik (AEGE) waarschuwt voor een "chaotische en catastrofale situatie". Met elektriciteit tegen deze prijzen kun je in zijn optiek niet werken. "Als de prijzen onbetaalbaar zijn, moet je stoppen", zegt de werkgeversleider.
Situatie Spanje slechter dan op grote continentale markten
"Dit jaar is er al een grote metallurgische fabriek geweest die de productie twee jaar heeft stilgelegd en velen zijn al weken gesloten", voegt Soto toe. De situatie in Spanje is volgens hem nog slechter dan op de grote continentale markten. Duitsland kan energie uit kolen halen en Frankrijk uit kernenergie. Daarentegen is Spanje niet zo afhankelijk van Russisch gas als andere landen zijn.
Verlies van wereldwijd concurrentievermogen
AEGE is niet de enige die waarschuwt voor problemen. In de herfst sprak de president van Repsol, Antonio Brufau, zich in dezelfde zin uit. "Europese bedrijven verliezen wereldwijd concurrentievermogen en kunnen in de verleiding komen om te verhuizen naar landen met meer lakse regelgeving", waarschuwde hij.
De elektro-intensieve industrie is duidelijk degene die het meest lijdt onder de effecten van prijsescalatie. Voor de multinationale groep staalbedrijven van Celsa bijvoorbeeld was de elektriciteitsrekening voor de oorlog al gestegen van 10% naar 25% van de kosten.
Rampzalige stijging van uitgaven
José Antonio Jainaga, president van de Baskische staalproducent Sidenor, gaf ook cijfers over de prijsverhoging. De meerkosten zullen in het laatste kwartaal tussen de vier en vijf miljoen euro per maand bedragen. "De stijging van de uitgaven is 50 miljoen euro per jaar, een echte ramp", zei hij in El País.
Bovendien worden in de staalsector maandelijks producten en onderdelen ingekocht. Hierdoor wordt de schaarste al merkbaar bij auto's of woningen. Er zal nog geen tekort zijn, maar die producten worden wel duurder. Staal uit zowel Rusland als Spanje wordt weer gebruikt in fabrieken in landen als Polen of Duitsland.
Volkswagen zal fabrieken in Duitsland al sluiten
Luca de Meo, president van Renault, waarschuwde in het najaar al: "De prijs van auto's gaat omhoog door chips en de stijging van energie". Nu is ook het veel duurdere staal een factor om te overwegen. Volkswagen gaf zelfs al toe dat het zijn fabrieken in Duitsland zal moeten sluiten als het conflict de komende weken niet wordt opgelost.