Spanje stevent af op grootste devaluatie van lonen in bijna 40 jaar

door admin
Spanje stevent af op grootste devaluatie van lonen in bijna 40 jaar

De Spaanse koopkracht gaat fors omlaag met consumentenprijzen die minstens tot juni 10% boven die van een jaar geleden liggen. Tegelijkertijd stijgen de salarissen minimaal. Als de voorspellingen van de Spaanse Bank uitkomen zullen loontrekkenden de grootste daling van hun koopkracht meemaken in bijna 40 jaar tijd.

Dit tegen de achtergrond van de voorspelling dat de gemiddelde inflatie eind 2022 op 7,6% zal liggen en de salarissen minder dan 4% stijgen. Op dit moment is de gemiddelde stijging van lonen slechts 2,4%.

1984

Om een gelijkaardige kloof tussen de salarissen en de prijzen te zien binnen slechts een jaar tijd moeten we terug naar het jaar 1984. Toen steeg de Consumentenprijsindex (CPI) naar 11,3% terwijl de salarissen met 7,8% werden geherwaardeerd. Met een verschil van 3,5 punt tot gevolg. 

Als de tendens van tot nu toe dit jaar voortzet – met een CPI in maart van 9,8% en salarisverhogingen van niet meer dan de 2,4% volgens de CAO’s – zal de kloof tussen salarissen en prijzen veel groter zijn. Het is nog maar de vraag of vanaf juli de inflatie wel zal matigen en de salarissen naarmate het jaar vordert beter geherwaardeerd worden.

Ook vorig jaar al daling koopkracht

De situatie is nog enigszins verergerd doordat de Spanjaarden ook vorig jaar al aan koopkracht hebben verloren. Het verschil tussen de prijsstijgingen en de loonsverhogingen was toen 1,5 punt. Dat was het grootste verschil in deze eeuw. Dat verschil toegepast op een gemiddeld loon betekent een verlies van 400 euro aan koopkracht.

Armsten het hardst geraakt

Het belangrijke aandeel van de energieprijzen in de inflatie, zowel in Spanje als in Europa, en de groeiende impact daarvan op de prijzen van levensmiddelen hebben tot gevolg dat vooral de laagste inkomens het meeste onder deze crisis te lijden hebben. 

In maart, de laatste maand waarover deze cijfers beschikbaar zijn, werd 63% van de prijsstijgingen gevormd door die voor energie en levensmiddelen. Twee kostenposten waaraan de laagste inkomens relatief een groter gedeelte van hun geld besteden dan de hoogste inkomens. 

Laagste lonen het minst gestegen

In de sectoren met de laagste lonen, zoals de horeca en de agrarische sector, zijn de loonsverhogingen bovendien onder het gemiddelde. Volgens gegevens over de loonsverhogingen volgens CAO’s gepubliceerd door het ministerie van Werk, gingen de salarissen in de horeca met slechts 1% omhoog. Duidelijk ver onder het gemiddelde van 2,4%. 

In het geval van de lonen in de agrarische sector was sprake van een gemiddelde loonsverhoging overeengekomen met CAO’s van 1,6%. Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich de transportsector met een toename van 3,5%, de bouwsector met 3,2% en de industrie met 3,1%. 

Dit vind je misschien ook leuk