De grootste Spaanse steden op basis van aantal inwoners zijn Madrid, Barcelona, Valencia, Sevilla en Zaragoza. In bepaalde wijken zijn de woningprijzen met meer dan 20% gestegen op jaarbasis. In sommige zones is het voor gezinnen met een gemiddeld inkomen onmogelijk om nog een woning te kunnen kopen. Volgens taxateursvereniging Tinsa zijn de gemiddelde huizenprijzen met 4% gestegen op jaarbasis in het eerste kwartaal van 2018 tot 1.285 euro per vierkante meter.
Veel woningen worden gekocht als investering, om te verhuren of als tweede woning. Vooral in de centra van Madrid, Barcelona, Valencia en Sevilla. Jorge Ripoll, directeur onderzoek van Tinsa zegt dat de steden wat prijsniveau betreft op steeds grotere afstand komen van andere zones. De markt kan zogezegd in drieën worden gedeeld: de centra van grote steden en populaire zones langs de Middellandse Zeekust, gemiddeld grote steden en provinciehoofdsteden en de rest. In de derde zone is nog steeds sprake van veel stock en gaan de prijzen nog omlaag.
In Barcelona besteedt men gemiddeld 25,4% van het inkomen gedurende het eerste jaar aan de hypotheek. In Madrid is dat met 24,4% iets lager. Volgens Ripoll was dit percentaage in de aanloopperiode naar de zeepbel 30%. Hij ziet in dit verband geen nieuwe zeepbel. Daarvoor moeten de prijzen voor een veel langere tijd stijgen.
Barcelona
Barcelona is de duurste stad van Spanje wat huizenprijzen betreft met een gemiddelde vierkante meterprijs van 3.174 euro. Nadat de prijzen het afgelopen jaar met 11% daalden als gevolg van de politieke instabiliteit. Inmiddels herstelt de markt zich daar weer van. Het duurste district is Sarrià Sant Gervasi met 4.182 euro per m2 (+6,3% in een jaar tijd). In de wijk Sant Martí stegen de prijzen met 18,4% en in Sants Montjuïc met 18,2%.
Madrid
In Madrid stegen de prijzen met 17% op jaarbasis in het vierde kwartaal. De gemiddelde prijs voor 1 m2 ligt op 2.699 euro. De wijk Salamanca is het duurst met 4.724 euro per m2. Meer dan 4.000 euro per m2 betaalt men ook in het centrum en in de wijk Chamberí. De wijk Villaverde in Madrid is hmet 1.338 euro per m2 het goedkoopst.
Sevilla
De hoofdstad van Andalusië is de derde Spaanse stad waar de prijzen het meest stegen met 8,8%. Een vierkante meter kost daar gemiddeld 1.590 euro. De duurste wijk is het historische centrum met een stijging van 2,8% tot een vierkante meter prijs van 2.404 euro. Meer dan 2.000 euro per vierkante meter wordt ook betaald in de wijken Los Remedios en Nervión. In het zuiden van de stad stegen de prijzen met 11,7% en in San Pablo en Santa Justa met 11,1%.
Valencia
Valencia maakte in bepaalde wijken prijsstijgingen mee tot 20% op jaarbasis. Gemiddeld stegen ze met 8,5% tot 1.253 euro per m2. De wijk Ciutat Vella is het duurste na een prijsstijging van 3,6% tot 2.188 euro per m2. De grootste prijsstijging van 23% werd gemeten in Benimadel. Hier kost een vierkante meter nu 1.347 euro. In Camins al Grau stegen de prijzen ook met 20%.
Zaragoza
Zaragoza is de goedkoopste van de vijf grootste Spaanse steden. Gemiddeld betaalt men hier voor een vierkante meter 1.347 euro. Het is ook de enige stad waar gemiddeld de prijzen op jaarbasis zijn gedaald met 0,5%. Er bestaat wel veel verschil tussen de wijken. Zo stegen de prijzen in San José met 10% en daalden ze in Oliver-Valdefierro met 4%. In zeven buurten stegen de prijzen en in vijf buurten daalden deze. In het centrum stegen ze licht met 0,5% tot 1.653 euro als hoogste vierkante meterprijs.