La Manga del Mar Menor is een ‘paradijs in staat van verval’

door admin
La Manga del Mar Menor is een 'paradijs in staat van verval'

De bebouwing met hotels en appartementencomplexen belast de landtong zodanig dat deze steeds verder verzakt. Daar komt de vervuiling van Mar Menor nog bij als gevolg van de grootschalige landbouwactiviteiten in de omgeving.

De historie van De Mar Menor en La Manga kent echter veel opzienbare feiten, zoals dat de Spaanse staat het verkocht voor de lachwekkende prijs van 47 euro. Dit staat vermeld in de recente informatie- en milieueffectstudie ‘Analyse van oplossingen voor het bereiken van nullozing in de Mar Menor’, van het Spaanse ministerie van Milieu. La Manga del Mar Menor behoorde ooit toe aan de staat, maar door een onteigeningswet uit 1855 werd dit stukje Spanje op 10 januari 1863 publiekelijk geveild. Zo kwam deze ongerepte zandstrook in handen van de voorouders van de huidige projectontwikkelaars en stedenbouwers voor een bedrag van 31.000 real, omgerekend 47 euro.

Wat is Mar Menor? 

De Mar Menor is een lagune in het zuidoosten van de regio Murcia. Deze lagune is gescheiden van de Middellandse Zee door een smalle landstrook, La Manga del Mar Menor, die 22 km lang is en in breedte varieert van 100 meter tot 1,5 kilometer. De dichtstbijzijnde grote en belangrijke havenstad is Cartagena.

Geschiedenis

Eind 19e eeuw ging La Manga over naar de familie Maestre en in de jaren vijftig van de vorige eeuw kwam het noordelijke deel, behorend bij de gemeente San Javier, in handen van haar patriarch, Tomás Maestre Zapata. In het zuiden, bij Cartagena, vestigde José Huertas een visserij in de zogenaamde ‘Salinas de Marchamalo’, die jaren later werd overgenomen door de mijnbouwondernemer José Celdrán. In 1956 begon Tomás Maestre Aznar, een van de neven van Tomás Maestre Zapata, aan de uitwerking van zijn idee om het noorden en zuiden te verstedelijken, waarbij het het oorspronkelijke landschap in het midden behouden zou blijven.

Exclusieve en internationale toeristische bestemming

Na allerlei gerechtelijke procedures en onderhandelingen kon hij heel La Manga overnemen en in 1961 begon hij met de ontwikkeling van zijn project: La Manga moest een exclusieve en internationale toeristische bestemming worden. Hij werd daarbij gesteund door de betreffende gemeentes van San Javier en Cartagena. De belangrijkste steun kreeg hij echter van de minister voor Toerisme die in 1962 het gebied bezocht en toestond dat de landstrook werd opgenomen in de werkingssfeer van de wet op de toeristische belangencentra.

In 1966 en 1968 werden de plannen voor verstedelijking van respectievelijk La Manga de Cartagena en La Manga de San Javier goedgekeurd. Er werd in hoog tempo gebouwd onder de bekende slogan ‘La Manga, een paradijs tussen twee zeeën’, een groot internationaal project dat kwaliteitstoerisme aantrok. De groei in de jaren zeventig leidde eveneens tot een enorme bloei van steden in de rest van de Mar Menor. Dit, in combinatie met een toename van de intensieve landbouw, zorgde voor de eerste milieuproblemen in La Manga en de Mar Menor. 

In 1994 werd de Mar Menor erkend onder de Conventie van Ramsar, een internationale overeenkomst inzake watergebieden (draslanden), die van internationale betekenis zijn. Door haar rijkdom van de vogelstand werd de lagune onder het verdrag van Barcelona erkend als ZEPM (Zonas Especialmente Protegidas de importancia para el Mediterráneo), gebieden die speciale bescherming genieten vanwege hun belang voor de Middelandse Zee.

Bevindingen van het ministerie van Milieu

In bovengenoemde studie van het ministerie van Milieu staat dat de Mar Menor, met een oppervlakte van 135 m2, de grootste Spaanse mediterrane lagune aan de kust is en een van de grootste van de Middellandse Zee. Deze is gescheiden van de Middellandse Zee door een zandbarrière op rotsachtige open groeven van vulcanische oorsprong (La Manga) en staat in verbinding met de open zee via vijf natuurlijke verbindingskanalen (ook wel ‘golas’ genoemd), die uitkomen op enkele zoutmeren, opgenomen in de lijst van watergebieden volgens de Conventie van Ramsar.

Achteruitgang

In de studie staat ook dat de achteruitgang van de lagune in 2015 is begonnen en dat tussen 2014 en 2016 85% van de zeegrasvelden verloren is gegaan. Een van de oorzaken die heeft bijgedragen aan het proces van eutrofiëring van de lagune is met name de landbouw: het percentage irrigatie is rond Cartagena met 12% toegenomen tot 63%. Het blijkt dat de vraag nooit is afgestemd op de beschikbare watervoorraad. En ondanks het hoge technologische niveau zijn nog steeds grote hoeveelheden landbouwchemicaliën nodig, zoals nitraat, fosfor, kalium en pesticiden.

Noodklok

Het ministerie meldt in het rapport dat de Mar Menor zich in een kritieke eutrofe toestand bevindt en zeer kwetsbaar is. Een proces van eutrofiëring leidt tot een explosieve algengroei en een vertroebeling van het water dat tegelijkertijd ook minder zuurstof bevat. Dat heeft weer gevolgen voor de aanwezige flora en fauna. De voornaamste oorzaken daarvan zijn de toegenomen irrigatie van gewassen en het waterbeheer. Handhaving van het huidige model en met de huidige maatregelen is volgens de studie niet voldoende om de verdere verslechtering een halt toe te roepen. Dit zou zelfs leiden tot een ‘drastische verslechtering in de toekomst’.

Reddingsplan

Het ministerie stelt vier oplossingen voor om de Mar Menor te redden, met 21 concrete maatregelen en waarmee een investering is gemoeid tussen 430 en 615 miljoen euro gedurende de komende tien jaar. Voor het ministerie heeft het redden van de Mar Menor prioriteit en dient de landbouwactiviteit zich daarom aan te passen aan het model dat uiteindelijk wordt gekozen. Er kunnen bijvoorbeeld strengere criteria worden gesteld, zoals een wijziging van het productiemodel tot 35% van het bebouwde gebied.

Lees ook: Het gaat slecht met de binnenzee Mar Menor door vervuiling landbouw

Dit vind je misschien ook leuk