Aan het einde van deze periode zal de regering overgaan tot het opgraven van de overblijfselen van Franco en zal er worden besloten waar hij opnieuw wordt begraven. Als de familie met een acceptabel voorstel komt, zal worden bekeken of deze nieuwe rustplaats voldoet aan de voorwaarden. Daarmee worden alle wettelijke voorwaarden bedoeld die verenigbaar moeten zijn met de openbare orde en veiligheid. Zo niet, dan zal de Spaanse regering zelf een besluit nemen.
Almudena-kathedraal wettelijk onmogelijk
Voor wat betreft de eis van de nabestaanden om hun voorouder te herbegraven in de Almudena-kathedraal, zegt de uitvoerende macht dat zij het in dat geval zullen gooien op de ‘wettelijke onmogelijkheid’ dat het lichaam in deze kerk wordt herbegraven. Een delegatie van de Spaanse regering spreekt in hun onderzoeksrapport over ‘concrete risico’s voor de handhaving van de openbare orde, de openbare veiligheid en mobiliteit’.
Met dit rapport beweert de regering in Spanje dat het herbegraven van Franco in de Almudena-kathedraal een ‘ernstige bedreiging voor de rechten en vrijheden van de Spaanse burgers’ met zich meebrengt, een bedreiging die de regering niet kan toestaan’. Ook pleit de regering tegen ‘de verheerlijking van Franco op een openbare plek die vrij toegankelijk is voor publiek’.
Familie heeft geen enkel recht
De beslissing van de regering wordt onderbouwd met juridische argumenten van het Openbaar Ministerie. De opgraving van Franco is niet afhankelijk van de toestemming van familieleden of de kerk maar van een wettelijk mandaat. Dat houdt in dat de familie wettelijk gezien geen enkel recht heeft in de beslissing om de stoffelijke resten van een familielid op een specifieke plaats te laten begraven. Ook al is de laatste rustplaats nog niet definitief, de regering laat wel weten dat het herbegraven van Franco zal plaatsvinden in aanwezigheid van de directe nabestaanden en met ‘maximaal respect’ voor de waardigheid van de overledene en zijn familieleden.
De Spaanse regering erkent dat het traject voor het herbegraven van de oud-dictator langer heeft geduurd dan verwacht en geeft hierin de schuld aan het ‘opstandige gedrag van de familieleden van Franco en andere belanghebbende partijen zoals de Francisco Franco Foundation, de associatie voor de verdediging van de Vallei der Gevallenen en de Benedictijnse abdij Santa Cruz del Valle’.
Twaalf keer hoger beroep afgewezen
Al deze partijen zijn in beroep gegaan en hebben de procedures twaalf keer aangevochten. Elk hoger beroep is afgewezen, evenals de klachten die daaropvolgend bij de rechtbanken zijn ingediend. De partijen hebben zelfs aangegeven dat ze blijven doorvechten tegen de keuzes die de regering in de toekomst zal maken. De Spaanse regering blijft echter volhouden dat alle procedures met strikte naleving en controle van de wettelijke regels zijn verlopen. Ook bronnen binnen de regering houden vol dat zowel het wetsdecreet als de tussentijdse parlementaire besluiten met absolute meerderheid zijn aangenomen.