Dinsdag beschuldigde Pablo Casado, partijleider van PP, zijn collega van Vox, Santiago Abascal, ervan twee maanden weggeweest te zijn en ‘enkel via sociale netwerken te communiceren’ zoals Donald Trump dat ook doet.
Woensdag ging Casado nog een stapje verder en verzocht Abascal publiekelijk om zich niet verkiesbaar te stellen in de kleinste Spaanse provincies. Zo hoopt de PP meer stemmen naar zich toe te trekken en uit angst dat rechts te gefragmenteerd wordt en er niemand wint, met nog een regeringstermijn voor Pedro Sánchez van de PSOE tot gevolg. ‘Experimenteren met andere formaties kan ertoe leiden dat de PSOE bevoordeeld wordt’, zo luidde het.
Vox zegt een verplichting aan Spanje te hebben en keurt tegen elke prijs een mogelijke coalitie tussen de rechtse partijen af. Deze hypothetische allianties zouden, volgens Vox, hun kandidaten dwingen om het discours in de provincies waar het om vijf of minder zetels gaat, te wijzigen. ‘Vox zegt hetzelfde in heel Spanje, zowel in grote als in kleine provincies’, zo zei Abascal op Twitter. Er zijn 28 van dergelijke provincies waar het gaat om 104 zetels totaal.
Daarmee wijst de extreemrechtse partij definitief het verzoek van de PP af om te gaan voor ‘nuttige stemmen’. ‘Het zou Vox moeten zijn die aan de PP vraagt zich terug te trekken in die autonome gemeenschappen waar Vox qua peilingen hoger uitkomt dan de Partido Popular’, is het argument.