Algeciras ligt in het westen van Andalusië in de provincie Cádiz en Mahón ligt op het Balearische eiland Menorca. De Spaanse premier wilde het schip toelaten vanwege de noodsituatie aan boord en de ‘onbegrijpelijke weigering’ van Italië.
De Spaanse hulporganisatie Open Arms ligt na twee weken doelloos op zee nu al dagen voor de kust van het Italiaanse eiland Lampedusa en zegt dat de situatie aan boord onhoudbaar is geworden. Het zou onverantwoord zijn om nog eens zes dagen te gaan varen om Spanje te bereiken. Men wil naar de dichtstbijzijnde Italiaanse haven. Dat is Lampedusa op amper 1 kilometer varen.
Een rechtbank in Rome heeft bepaald dat het schip op humanitaire gronden toegelaten moet worden in Italië, maar de Italiaanse minister Salvini gaf daarop het bevel het schip tegen te houden als het zou proberen de haven van Lampedusa binnen te varen.
De migranten werden 18 dagen geleden opgepikt voor de kust van Libië. Salvini wil hen niet aan land laten ondanks dat zes Europese landen (Spanje, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Portugal, Roemenië) hebben aangeboden de migranten op te nemen.
Open Arms spreekt van een ‘noodsituatie’ aan boord. Zondag zouden diverse migranten in paniek van boord zijn gesprongen om zwemmend het vasteland te bereiken dat ze vanaf het schip op amper een kilometer afstand kunnen zien liggen.
Het plan van de Spaanse regering is dat de migranten aan land gaan en van daaruit worden verdeeld over de zes landen die hun hulp daartoe hebben aangeboden: Spanje, Duitsland, Frankrijk, Portugal, Luxemburg en Roemenië.
Volgens de kapitein van Open Arms is iedereen aan boord psychisch gebroken en wanhopig. Hij zei op de Spaanse tv-zender TVE dat de situatie aan boord ‘explosief’ en ‘onhoudbaar’ is. Salvini noemt de berichten over de situatie op het schip sterk overdreven. De dertien migranten die eerder om gezondheidsredenen van boord mochten en in het ziekenhuis werden onderzocht, waren op één na allemaal gezond.
De Spaanse vice-premier Carmen Calvo begrijpt de houding van Open Arms niet en redeneert dat wanneer de opvarenden weten dat ze na zes dagen een veilige haven bereiken er daarmee een einde komt aan hun onzekere situatie. Dit zei de minister in een interview met Cadena Ser. ‘We hebben hiervoor een enorme inspanning moeten leveren die veel verder gaat dan wat we gezien de omstandigheden zouden moeten doen’.