De Marokkaanse is weduwe van een Spaanse burger. De vrouwen reisden in 2014 af naar Syrië om zich aan te sluiten bij de Islamitische Staat (ISIS). Onder de zeventien minderjarigen is één pasgeborene. Ze zijn door verschillende rechtbanken in Spanje aangeklaagd wegens ‘diverse delicten gerelateerd aan het terrorisme’, zo wordt bevestigd door bronnen bij de Spaanse politie.
De Spaanse regering is sinds april op de hoogte van de zaak, maar heeft sindsdien nog geen besluit genomen over een mogelijke terugkeer van de vrouwen en hun kinderen naar Spanje. Ze leven er in extreem ongezonde en gevaarlijke omstandigheden. Een speciale commissie samengesteld uit ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Justitie, is hun zaak aan het bestuderen.
Gekeken wordt naar de mogelijkheden de vrouwen en hun kinderen te repatriëren, zoals ook andere landen van de EU, zoals Duitsland en Frankrijk, hebben gedaan. Het ministerie van Binnenlandse Zaken bestudeert de veiligheidsomstandigheden. Minimaal twee van de vrouwen staan als ‘gevaarlijk’ te boek bij de Spaanse politie.
Zouden de vrouwen terugkeren, dan worden ze meteen gearresteerd en gaan ze naar de gevangenis in voorarrest wegens delicten van samenwerking met of aansluiting bij een terroristische organisatie, waar tussen zes en twaalf jaar gevangenisstraf op staat.
Syrië is al ruim acht jaar in oorlog en Spanje heeft geen uitleveringsverdrag met het land. Volgens bronnen bij justitie gaat het om een complexe zaak gezien het veiligheidsrisico dat er bestaat en het feit dat er kinderen bij betrokken zijn. Afgelopen mei had de organisatie Artsen Zonder Grenzen nog kritiek op het feit dat achtduizende vrouwen en de ruim drieduizend kinderen van jihadisten geïsoleerd zijn en zich in een zone van het land bevinden zonder medische hulp.
De vier vrouwen willen terugkeren naar Spanje en geven daarbij aan dat ze naar het conflictgebied zijn afgereisd om bij hun mannen te zijn, zonder op de hoogte te zijn van de precieze omstandigheden.