Blijdschap en verdriet onder slachtoffers over opgraving Franco

door admin
Blijdschap en verdriet onder slachtoffers over opgraving Franco

De reikwijdte van de pijn die nog zo aanwezig is, is zoveel groter, het is een pijn die altijd zal blijven. Om duizenden vermiste personen zal altijd worden gerouwd. Om de bij hun moeder weggehaalde baby’s, om de berovingen en om de vergetelheid.

“Met de opgraving van Franco hebben we een kleine strijd gewonnen. Maar we vechten door. We willen dat ook Primo de Rivera verdwijnt uit de Valle de Caídos. Deze plaats moet een daadwerkelijke gedenkplaats worden, in plaats van een vereringsplaats van de dictatuur. We moeten door blijven vechten. Er liggen duizenden vermiste personen in massagraven, misdaden blijven onopgelost, de doodstraf voor republikeinen is nog steeds legaal en er zijn nog altijd straatnamen vernoemd naar aanhangers van Franco”, zegt Miguel Ángel Muga, woordvoerder van de campagne ‘Ni Valle ni Almudena’, een initiatief van 90 verenigingen van slachtoffers en historische herinnering.

Euforie en verdriet

De kortdurende euforie over het opgraven van de dictator maakt tegelijkertijd plaats voor de pijn die eeuwig zal voortduren. “We willen dat er onderzoek wordt gedaan naar de bezittingen van de familie Franco. Het wordt tijd dat de democratie de rekening eens opmaakt en constateert hoeveel geld die familie van ons gestolen heeft”, schreeuwt een vrouw uit de groep mensen die bijeengekomen is voor het Hooggerechtshof waar het vonnis over de opgraving van Franco is uitgesproken. Rosa María García, zelf slachtoffer van mishandeling door politie-inspecteur Antonio González Pacheco tijdens de dictatuur, zegt: “Vandaag las ik dat het Hof meer tijd heeft besteed aan de zaak die opkomt voor de rechten van de familie Franco dan aan de slachtoffers van zijn regime. Dat is de trieste werkelijkheid. Over ons heeft niemand zich nog bekommerd, maar om die familie wel. Het mag dan wel zo zijn dat ze Franco uit de Valle de Caídos weghalen, maar vergeet niet dat hij vervolgens wordt begraven op de begraafplaats van Mingorrubio in een graf dat eigendom is van de staat. Dat is nog steeds een groot onrecht”.

Verplaatsing naar staatsgraf

Emilio Silva, voorzitter van de Vereniging voor Herstel van de Herinnering (ARMH) zegt hierover: “Het is mishandeling om slachtoffers van de dictatuur belasting te laten betalen voor het graf van hun dictator, het is een ziekte van de democratie; het zou bij niemand opkomen om slachtoffers van een terroristische aanslag geld te laten betalen voor het graf van de aanslagplegers”. “Het is nu wel tijd voor het Spaanse democratische systeem om zich volwassen te tonen en te stoppen met het financieren uit publieke gelden van vereringsplaatsen voor een dictator”, vervolgt hij.

Waar is mijn vader?

In de menigte staat ook Benito Bellido, 87 jaar afkomstig uit Jaén. Uit zijn verhaal blijkt hoe tegengesteld de emoties over de opgraving van Franco zijn. Hij is naar de demonstratie gekomen met in zijn hand een foto van zijn vader, Felipe Bellido. Felipe werd vermoord door het Franco-regime in 1939. “Het maakt me echt niet uit wat ze met Franco doen. Voor mijn part brengen ze hem naar de stort. Het enige wat ik nu nog wil zijn de resten van mijn vader”, zegt Bellido voordat de uitspraak van de rechter bekend is. Als de uitspraak eenmaal bekend is, bestempelt hij dit toch als een ‘vooruitgang’, maar het is nog lang niet genoeg. “Ik was zeven toen ze mijn vader, een arme linkse arbeider, bij ons weghaalden. We hebben nooit meer iets van hem gehoord. Hij zal wel in een of ander graf in Jaén liggen. Ik kan het eenvoudig niet begrijpen dat dezelfde rechtspraak die nu oordeelt over de rechten van de familie Franco, niets doet tegen de misdaden uit de dictatuur. Duizenden mensen zijn vermoord en de moordenaars worden nog altijd vereerd. En wie houdt zich nog bezig met de rechten van mijn vader? En met die van mij? Echt, ik begrijp de rechtspraak en de democratie niet. Ik begrijp het niet”, zegt Bellido.

Catalina

Plotseling wordt hij onderbroken door politieagenten die zeggen dat demonstreren is toegestaan, maar dat de menigte naar de andere kant van het park wordt gemaand. Zo ver weg als mogelijk is van de ingang van het Hooggerechtshof. De vernedering is voelbaar onder de demonstranten. Dan klinkt er door een megafoon een lied. Het is een compositie van Joaquín Carbonell, geschreven voor Catalina, een vrouw die nog maar kortgeleden werd gevonden in een massagraf. In haar hand een rammelaar voor haar pasgeboren zoon Martin. Ze werd gefusilleerd en in het graf gegooid nog voordat ze de kans kreeg de rammelaar aan haar zoon te geven. Met verbijstering aanschouwt demonstrant Bellido het hele gebeuren en zegt: “Het enige wat ik wil is mijn vader vinden”.

Dit vind je misschien ook leuk