Spanje is in de ban van de rechtszaak tegen de twaalf Catalaanse leiders die een rol hebben gespeeld bij het onafhankelijkheidsreferendum dat was verboden door het Constitutioneel Hof in het najaar van 2017. Het referendum werd ondanks het verbod doorgezet waarna 90 procent van de Catalanen stemde voor de onafhankelijkheid van Catalonië en er veel geweld plaatsvond tussen de Spaanse oproerpolitie en onafhankelijkheidsstrijders en Catalaanse separatistische politiek leiders.
Hoogste gevangenisstraf voor Junqueras
Vandaag heeft het Hooggerechtshof het vonnis tegen de beklaagden bekend gemaakt. De hoogste straf die het Hof vandaag heeft opgelegd is tegen de voormalig vicepresident van de Generalitat, Oriol Junqueras. Hij is veroordeeld tot dertien jaar gevangenisstraf vanwege opruiing via de media en misbruiken van overheidsgelden.
Tussen negen en twaalf jaar voor andere separatistische leiders en raadsleden
Voormalig raadsleden Raül Romeva, Jordi Turull en Dolors Bassais kregen vandaag twaalf jaar gevangenisstraf opgelegd voor dezelfde misdaden als waarvoor Junqueras is veroordeeld. De voormalige voorzitter van het Catalaanse parlement, Carme Forcadell, krijgt elf jaar en zes maanden gevangenisstraf opgelegd. Joaquim Forn en Josep Rull krijgen tien jaar en zes maanden gevangenisstraf.
De separatistische burgerleiders Jordi Cuixart en Jordi Sànchez, die bekend staan als de Jordi’s, zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar.
Ontheffing uit ambt en schorsing
Voormalig raadsleden Santi Villa, Meritxell Borràs en Carles Mundó krijgen tien maanden ontheffing uit hun ambt en een schorsing van een jaar en acht maanden. De rechtbank achtte de medeplichtigheid van deze gedaagden bij het verduisteren van overheidsgelden niet als bewezen.
De afgezette regio-president Carles Puigdemont wordt niet berecht omdat hij naar het buitenland uitweek om vervolging te voorkomen. Puigdemont woont op dit moment nog altijd in België.
Geen rebellie
In het vonnis, van maar liefst 493 pagina’s, heeft de rechtbank de verzoekschriften van het Openbaar Ministerie genegeerd dat alle beklaagde leiders en raadleden zich schuldig hebben gemaakt aan rebellie door de grondwettelijke orde in gevaar te brengen met het eenzijdig uitgeroep van de onafhankelijkheid van Catalonië. Het Hof is van mening dat het geweld dat uitbrak tussen 20 september en 1 oktober geen onderdeel was van een structureel plan om de afscheiding van Catalonië van Spanje uit te voeren. Het Hof vindt dat het bestaan van geweld in deze periode is bewezen, maar voldoet niet als bewijs voor een veroordeling voor misdrijven voor rebellie.
Rechter Manuel Marchena ziet af van het toepassen van artikel 36.2 van het Wetboek van Strafrecht waarbij de separatistische leiders bij het voldoen van de helft van hun gevangenisstraf geen toegang krijgen tot de derde graad (tercer grado) van de gevangenisclassificatie. Dit extra verzoek werd door het OM gedaan om te voorkomen dat de veroordeelden binnen enkele weken na hun gevangenisstraf al worden overgeplaatst naar een gunstigere classificatie.