In het verslag is onder andere informatie te vinden over het aantal dierproeven in 2018 en de impact van de proeven op de daarvoor gebruikte dieren. In het verslag wordt benadrukt dat het gaat om ‘het aantal keren dat dieren zijn gebruikt tijdens het doen van experimenten, niet het totaal aantal dieren dat is gebruikt’. Van de 836.096 experimenten met dieren was dit voor 822.165 dieren de eerste keer dat ze betrokken waren bij dierproeven.
Welke dieren worden gebruikt bij dierproeven?
In het verslag van het Ministerie staat vermeld welke dieren zijn gebruikt voor de proeven. Bijna 62 procent zijn muizen, gevolgd door vissen (10 procent), kippen (9,5 procent), ratten (6,4 procent) en in mindere mate konijnen (2,7 procent), varkens (1,43 procent), katten (0,03 procent) en honden (0,14 procent). Het gebruik van ‘andere diersoorten’ bij dierproeven (onder andere zoogdieren, reptielen en vogels) vertegenwoordigt meer dan 11 procent van de in totaal 836.096 genoemde experimenten.
De cijfers in het rapport laten een aanzienlijke toename van het aantal dierenexperimenten zien ten opzichte van 2017. Twee jaar geleden vonden er 802.976 dierproeven plaats in Spanje. Voornamelijk het gebruik van vissen, amfibieën, reptielen en inktvissen tijdens dierproeven is in 2018 toegenomen.
Waar worden de dieren voor gebruikt?
In het verslag staat vermeld dat 47,7 procent van de dieren worden gebruikt voor experimenten bij basisonderzoeken. In 27,5 procent van de gevallen werden dieren gebruikt voor translationeel onderzoek (omzetting van fundamentele ontdekkingen in klinische toepassingen). 14,2 procent van de dierproeven was bestemd voor onderzoeken in het kader van de regelgeving en routineproductie.
Dieren worden in mindere mate gebruikt voor experimenten ten behoeve van de bescherming van het milieu of voor de algemene gezondheid (0,75 procent) of voor onderzoeken naar het voortbestaan van dieren (0,06 procent).
Impact op dieren
In het verslag staat ook informatie over de impact die de proeven op de dieren hebben en in welke mate er sprake is van stress, pijn of lijden. In 4,75 procent van de 836.096 experimenten kwamen de dieren niet meer bij bewustzijn na het ondergaan van de proef. In enkele gevallen was de impact op de dieren erg groot.
Genetisch gemanipuleerd
Het verslag wijdt een kort stuk aan het experimenteren met genetisch gemanipuleerde dieren. Denk in dit geval aan het creëren van of experimenteren met nieuwe soorten, bijvoorbeeld een mix tussen een paard en een ezel. In meer dan 34 procent van de gevallen werd gebruikt gemaakt van genetisch gemanipuleerde dieren. In 2017 was dit percentage 36,2 procent.
Stop dierproeven!
Diverse organisaties zetten zich al jaren in voor de bescherming van de dieren bij het doen van experimenten voor onderzoeksdoeleinden. In dit geval pleiten organisaties zoals PETA, Personas por el Trato Etico de los Animales (voor de ethische behandeling van dieren), dat dieren respectvol worden behandeld en zetten zich in voor het volledig afschaffen van dierproeven. Voor zover dit resultaat nog niet is bereikt, zetten ze zich in voor de regulering van dierproeven.
In 2013 heeft Spanje een nieuwe wet ingesteld waarbij het gebruik van dieren voor proeven voor ‘esthetische doeleinden’ (zoals make-up en verzorgingsmiddelen) is verboden.