Het gaat om de eerste fase III klinische proef van het Janssen-vaccin. Janssen is het in Leiden gevestigde Nederlandse dochterbedrijf van het Amerikaanse Johnson & Johnson dat actief is in de farmaceutische industrie, medische- en consumenten producten. In fase III worden de doeltreffendheid en de veiligheid van het vaccin bestudeerd.
Langere immuniteit
De praktijktests naar de beschermende werking van het Leidse coronavaccin gaan hiermee een nieuwe fase in. Naast het grote lopende onderzoek naar het effect van één enkele dosis van het vaccin is nu een studie gestart waarin proefpersonen twee keer een vaccin toegediend krijgen. De vraag is of mensen na een tweede dosis extra lang immuun blijven tegen het virus.
Het Janssen-vaccin heeft twee troeven in handen: het hoeft niet zoals het BioNTech/Pfizer vaccin in vriezers bewaard en vervoerd te worden. Ook zou één dosis voldoende zijn voor een ‘robuuste immuunrespons’. De reden dat het effect van twee doses wordt onderzocht is om te kijken of dit zorgt voor extra lange immuniteit.
Hiervoor worden 30.000 vrijwilligers aangetrokken uit negen landen, te weten België, Colombia, Frankrijk, Duitsland, de Filippijnen, Zuid-Afrika, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en de VS. In Spanje wordt deze laatste fase van het onderzoek uitgevoerd in negen Spaanse ziekenhuizen die – zodra de benodigde vrijwilligers zich hebben aangemeld en zijn gescreend – met de onderzoeken zullen starten.
Ook mensen met onderliggende ziektes getest
In eerste instantie worden vrijwilligers gevaccineerd die geen onderliggende ziektes hebben. Na evaluatie van deze eerste ronde en als er geen vreemde dingen zijn voorgevallen, zullen vrijwilligers waarbij wel sprake is van bestaande aandoeningen of mensen met een verhoogd risico deelnemen aan de onderzoeken.
Het Spaanse geneesmiddelenbureau laat weten dat van alle deelnemende vrijwilligers minimaal 20 procent jonger is dan 40 jaar en minimaal 30 procent ouder is dan 60 jaar. Het vaccin van Janssen, in de wetenschap beter bekend als Ad26.COV2.S, moet een respons van het immuunsysteem oproepen en weerstand bieden aan het zogenaamde S-eiwit, een van de gevaarlijke eiwitten binnen het Covid-19-virus.