Pensioenen, huren, parkeren en tolwegen duurder door hoge elektriciteitsprijs

door admin
Pensioenen, huren, parkeren en tolwegen duurder door hoge elektriciteitsprijs

Daarbij komt dat de hoge elektriciteitsprijzen doorwerken in veel andere kosten. De hoge prijzen van energieproducten en vooral die van elektriciteit zijn de belangrijkste oorzaak van de snel stijgende inflatie in Spanje en in een groot deel van Europa.

De consumptieprijzen lagen in augustus 3,3% hoger dan een jaar eerder, 38% van deze stijging is toe te schrijven aan de stijging van de elektriciteitsprijzen. Volgens schattingen van INE, het Spaanse bureau voor Statistiek, besteden Spaanse huishoudens ongeveer 3,6% van hun budget aan elektriciteit. 

Consumentenprijsindex

Weging van het  inflatiecijfer voor elektriciteit voor augustus (34,9%) met deze factor inzicht in hoeveel elektriciteit daadwerkelijk heeft bijgedragen aan de stijging van de algemene inflatie daarmee van invloed is op de consumentenprijsindex (CPI) voor burgers, bedrijven en de staat. Daartoe vallen veel van de in Spanje betaalde huurgelden, pensioenen, sommige salarissen, tolgelden en andere gemeentelijke heffingen, zoals bijvoorbeeld de kosten van openbare parkeerplaatsen in de stad Madrid. 

Invloed op huurprijzen

Een van de meest directe, en op het eerste gezicht misschien minder voor de hand liggende, indirecte gevolgen van de elektriciteitsstijgingen is de stijging van de huren. In Spanje wordt een groot aantal huurcontracten elk jaar naar boven bijgesteld op basis van de CPI van de laatste maand vóór de ondertekening. Dat betekent dat als een contract in september vorig jaar is ondertekend en deze maand zou worden herzien, als referentie de stijging van de CPI tussen augustus van die twee jaren zou worden genomen. 

Een rekenvoorbeeld

De gemiddelde huurprijs van een Madrileens huishoudens bedroeg in 2018 848 euro per maand. Als een huurder zijn contract in september vorig jaar had ondertekend en deze maand had moeten verlengen, zou hij nu 876 euro betalen, d.w.z. 28 euro meer per maand. 10,6 euro  is uitsluitend toe te schrijven aan het effect van de stijging van de elektriciteitsprijzen op de consumptieprijzen. Na een jaar is de huurstijging als gevolg van gestegen elektriciteitsprijzen opgelopen tot 127 euro. Ook in andere steden is de stijging fors: in Barcelona bedraagt de gemiddelde huur 803 euro, de gemiddelde maandelijkse stijging 10,7 euro, wat in twaalf maanden oploopt tot 128,4 euro. In Valencia (met een gemiddelde maandelijkse huur van 500 euro) bedraagt de maandelijkse stijging die kan worden toegeschreven aan elektriciteit 6,27 euro, op jaarbasis is dat 75 euro. In Sevilla, met een gemiddelde maandhuur van 600 euro, stijgt de prijs van elektriciteit indirect met 7,5 euro per maand, ofwel 90 euro in een jaar.

Invloed op uitkeringen en pensioenen

De tegemoetkoming die gescheiden ouders die niet de voogdij over hun kinderen hebben, moeten betalen aan hun ex-partner om bij te dragen aan de opvoeding van de kinderen, is ook CPI-geïndexeerd. Bij een maandelijkse betaling van 200 euro bedraagt de stijging 30 euro per jaar.

De stijging van de elektriciteitsrekeningen kan ook een aanzienlijk effect hebben op het toch al onder druk staande pensioenstelsel. Elk jaar worden de op premie- of bijdragebetaling gebaseerde pensioenen geherwaardeerd volgens de gemiddelde waarde van de in dat jaar opgetekende CPI-stijgingen. 

Volgens de laatste prognoses van Funcas, een denktank van de belangrijkste Spaanse spaarbanken, zou de gemiddelde inflatie tegen het eind van het jaar op 2,7% kunnen uitkomen. In het hypothetische geval dat de elektriciteitsinflatie eind 2021 nog 40% van dit jaargemiddelde bedraagt – zoals in augustus – zouden de uitgaven voor pensioenen alleen al door de elektriciteitsstijgingen met 1.350 tot 1.512 miljoen euro stijgen. In totaal zou de Spaanse Staat tussen 3.780 en 3.375 miljoen euro moeten uitgeven om de herwaarderingen te bekostigen.

Deze ramingen zijn het resultaat van de berekeningen van Funcas – die raamt dat elke procentpunt stijging van de CPI een extra uitgave van 1,4 miljard euro aan pensioenen betekent – en van Fedea, het Spaans Bureau voor Toegepast Economisch Onderzoek  dat het het cijfer op 2,5 miljard meer raamt voor elke 2 procentpunt inflatiestijging. Fedea schat de gemiddelde inflatie voor het einde van het jaar op 2,7%. Voor een gepensioneerde die in augustus een maandelijkse uitkering van 1.192 euro ontving – zou de pensioenuitkering met 32,2 euro per maand stijgen, waarvan 13 euro te wijten zou zijn aan het effect van de inflatie van de elektriciteit.

Compensatie

Daarnaast staat in de algemene rijksbegroting (PGE) dat gepensioneerden moeten worden gecompenseerd indien de gemiddelde stijging van de CPI in een bepaald jaar groter is dan de voor het voorgaande jaar voorspelde stijging, een extra betaling die in de volksmond bekend staat als ‘la paguilla’. Voor dit jaar voorspelde de PGE, de algemene staatsbegroting, dat de gemiddelde inflatie 0,9% zou bedragen, een totaal onrealistische prognose. Als de voorspelling van Funca (2,7%) uitkomt, zou de staat de gepensioneerden in 2022 moeten compenseren met een extra verhoging van 1,8%. 

Indien dezelfde criteria worden toegepast als hierboven vermeld, zou de extra compensatie de schatkist tussen 2,520 en 2,250 miljard euro kosten. Hiervan zou tussen  de 855 en 957,6 miljoen voor rekening komen van de inflatie van de elektriciteit.

Weinig invloed op lonen

Een hoge inflatie kan ook gevolgen hebben voor de arbeidskosten van ondernemingen die arbeidsovereenkomsten hebben die aan de CPI gekoppelde loonsverhogingen omvatten en ten goede komen aan hun werknemers. Om hiervan een beeld te schetsen is lastiger omdat slechts 15% loonsverhogingen daadwerkelijk aan de CPI koppelt.

Tol en parkeren

Voorheen werden veel openbare tarieven en diensten – zoals vervoerspassen – geïndexeerd aan de hand van de CPI en elk jaar aangepast aan de schommelingen daarvan. Een wet uit 2015 heeft echter een einde gemaakt aan de overgrote meerderheid van deze afhankelijkheid , hoewel er nog steeds enkele uitzonderingen zijn.

Een van de meest beruchte is de tolweg. Ook de tarieven voor deze wegen worden elk jaar aangepast aan de stijging van het gemiddelde CPI. Een zelfde berekening als die voor de pensioenen, komt uit op een jaarlijkse verhoging van 2,7% voor een automobilist die het traject Villalba (Madrid) – Villacastín (Segovia) door de AP-6-tunnel aflegt. Voor elke rit betaalt hij 22 eurocent meer, waarvan 8 eurocent toe te schrijven zou zijn aan de inflatie van de elektriciteit. In het geval van een zwaar voertuig zou dit zelfs 57 eurocent zijn, waarvan 22 eurocent voor elektriciteit. Op de weg tussen Málaga en Estepona, een van de drukste tolwegen van Spanje, zou de verhoging 21 eurocent bedragen voor een licht voertuig (waarvan 8 eurocent voor elektriciteit) en 43 eurocent (16,3 eurocent) voor een zwaar voertuig.

Een andere groep die onverwacht wordt getroffen door de stijging van de elektriciteitsprijzen zijn de gemeentelijke openbare parkeergarages in de stad Madrid, die hun tarieven jaarlijks naar boven bijstellen gebaseerd op de CPI van september van het voorgaande jaar. Ervan uitgaande dat de inflatie in september 3,3% blijft, zou parkeren in de lage-emissiezone voor een periode van vijf uur in 2022 vijftig eurocent duurder zijn, waarvan 19 eurocent te wijten is aan elektriciteit.

Dit vind je misschien ook leuk