Toen was de gemiddelde prijs per vierkante meter 1.701 euro. Dit blijkt uit recent gepubliceerde gegevens van het ministerie van Transport, Mobiliteit en Stedelijke Agenda. Met de huidige cijfers, en het gegeven dat deskundigen een verdere stijging verwachten in de komende maanden, is er een einde gekomen aan de prijsstabilisatie tijdens de hevigste fasen van de coronapandemie. In 2020 bleef de gemiddelde prijs voor een woning gelijk aan die uit 2019.
Vraag is groter dan aanbod
Zowel nieuwbouwwoningen als bestaande woningen zijn momenteel duurder geworden omdat de vraag naar woningen groter is dan het beschikbare aanbod. Woningen van ouder dan vijf jaar kostten eind september gemiddeld 1.653 euro per vierkante meter, dat is de hoogste prijs sinds het vierde kwartaal van 2011 (toen 1.681 euro per vierkante meter). Voor een nieuwbouwwoning (gebouwd in de afgelopen vijf jaar) moet momenteel gemiddeld 1.938,90 euro per vierkante meter worden betaald, de hoogste prijs sinds het eerste kwartaal van 2012.
Op de vastgoedmarkt zijn er momenteel meer huizenkopers door het gespaarde geld tijdens de pandemie, de uitgestelde koopintentie en de gunstige hypotheekrente. Anderzijds is het aanbod nu juist beperkt door de leveringsproblemen en prijsstijgingen van bouwmaterialen en het tekort aan gekwalificeerde werknemers in de bouwsector.
Vastgoedbubbel nog geen reële dreiging
Toch is er ondanks deze ontwikkelingen op de vastgoedmarkt en de fors toegenomen nationale hypotheekschuld geen sprake van een op handen zijnde vastgoedbubbel, zeggen de Spaanse Bank en de werkgeversorganisatie voor vastgoedtaxateurs. Woningen waren in het eerste kwartaal van 2008, dus vóór het uitbreken van de vorige economische crisis, met gemiddeld 2.100 euro per vierkante meter nog duurder. De Spaanse Bank waarschuwt er echter wel voor dat een jarenlange krapte op de woningmarkt op termijn de nodige gevolgen zal hebben. Volgens deskundigen zullen in de komende maanden de huizenprijzen verder stijgen met een percentage van tussen de 3 en de 6 procent.