Net als in veel andere landen zijn ook in Spanje de prijzen de lucht ingegaan na het versoepelen van de pandemiebeperkingen en de toenemende vraag naar brandstof.
Het tanken van benzine of diesel is gemiddeld tussen 41 en 47 euro duurder dan een jaar geleden, zo blijkt uit gegevens van het Oliebulletin van de Europese Unie. De prijzen worden verder opgedreven door tekorten aan arbeidskrachten, gesloten raffinaderijen en de oorlog in Oekraïne die de aanvoer beperkt.
Enorme verschillen met vorig jaar
Het vullen van een tank van 55 liter met diesel kost deze week in Spanje gemiddeld 115,5 euro, d.w.z. bijna 47 euro meer dan een jaar geleden. Een volle tank Euro 95 kost 117 euro, tegen 76 euro een jaar geleden.
In Spanje kun je met 50 euro benzine in de meest voorkomende auto’s – met gemiddeld gebruik van 6 liter brandstof per 100 kilometer – 393 kilometer afleggen. Daarbij is geen rekening gehouden met eventuele kortingen of aanbiedingen. In andere landen kun je voor het zelfde geld vaak wat verder rijden. In Duitsland is dit tot 415 km, in Italië 403 km, in Portugal 398 km, in Frankrijk 395 km, in het Verenigd Koninkrijk, 375 km en in Denemarken, 360 km. In de Verenigde Staten is de situatie met 516 kilometer veel gunstiger.
Impact hangt af van gemiddelde inkomen
Bij het maken van vergelijkingen is rekening gehouden met het inkomen per hoofd van de bevolking in elk land. Volgens gegevens van de Wereldbank bedraagt dit in Duitsland per hoofd van de bevolking ongeveer 43.000 euro, terwijl dit in Spanje minder dan 26.000 euro is. Het verschil van de 22 kilometer per tank in het voordeel van Duitsland is dus in feite groter als we rekening houden met de bestedingscapaciteit van de Duitsers en Spanjaarden. Denemarken, een van de rijkste landen, kent een inkomen per hoofd van de bevolking van bijna 58.000 euro. In Spanje kun je 33 kilometer meer rijden met 50 euro, maar dit is voor een Spanjaard relatief een grotere kostenpost.
Brandstofprijzen in Spanje stijgen versneld
De prijs van de benzine hangt af van vele variabelen, waaronder belastingen, overheidssteun, raffinagekosten, distributie en marketing. In Spanje behoorden benzine en diesel door lagere belastingen traditioneel tot de goedkoopste in de Europese Unie, maar momenteel is de benzineprijs in Spanje de op zeven na hoogste in de EU, met een prijs van 2,128 euro per liter, een ongekend hoog niveau. Alleen in Finland (2,523 euro per liter), Denemarken (2,435), Griekenland (2,4), Nederland (2,336), Zweden (2,181), Ierland (2,169) en Estland (2,147) is de benzine duurder. Een jaar geleden nam de gemiddelde benzineprijs in Spanje met 1,383 euro per liter nog de viertiende plaats in op de ranglijst.
Wat diesel betreft, staat Spanje op de tiende plaats met een gemiddelde prijs van 2,1 euro per liter. Het wordt overtroffen door Zweden (2,496 euro per liter), Finland (2,489), Denemarken (2,269), Nederland (2,185), België (2,178), Ierland (2,149), Frankrijk (2,13), Griekenland (2,126) en Letland (2,107). Een jaar geleden stond de gemiddelde dieselprijs in Spanje op de zestiende plaats.