Spaanse staat verdient goed aan gestegen voedselprijzen

door admin
Spaanse staat verdient goed aan gestegen voedselprijzen

Het zijn belastingen die ertoe bijdragen dat de voedselprijzen van boerderij tot supermarkt met gemiddeld 283% stijgen. Dat blijkt uit gegevens van augustus uit de maandelijkse barometer van agrarische organisatie Coag.

De voorbeelden zijn talrijk, met nog grotere stijgingen dan de genoemde hierboven. Zo heeft knoflook een prijs van 0,79 euro per kilo aan het begin van de keten, terwijl op het etiket in de winkel bijna zes euro per kilo staat. Het verschil is 648%, zoals blijkt uit de prijsindex voor voedselherkomst en -bestemming (Ipod).

Hetzelfde gebeurt met wortels of varkensvlees met een verschil van respectievelijk 563% en 260%. Waarom is het verschil zo groot? Dat ligt vooral aan het grote aantal tussenpersonen en -partijen in de hele keten. Die vermenigvuldigen de kosten en de betalingen aan de schatkist, waardoor de uiteindelijke prijs stijgt ten nadele van de consument. 

Btw op meststoffen

Al aan het begin van de keten zijn er veel productiekosten die de boer voor zijn rekening neemt. De aankoop van meststoffen vertegenwoordigt het grootste deel. De prijs hiervan is verdrievoudigd sinds de invasie van Rusland in Oekraïne en de daaropvolgende sancties van de Europese Unie. Als gevolg van de fiscale hervorming zal de Staat naar schatting alleen al 279 miljoen euro incasseren voor de btw op stikstofhoudende meststoffen.

Belasting primaire sector

Het agro-voedselsysteem draagt ​​9% bij aan de bruto toegevoegde waarde van de Spaanse economie. Het biedt bovendien werk aan twee miljoen mensen. Landbouwers en veeboeren moeten de persoonlijke inkomstenbelasting (IRPF) betalen, die inkomsten en vermogenswinsten belast. Het is de belangrijkste belastingdruk die ze dragen.

Daarnaast moeten agrarische bedrijven ook vennootschapsbelasting betalen, die wordt geheven over de nettowinst, en btw, die ook op alle aankopen wordt geheven. Maar omdat deze bij de consument komt, heeft dit een neutraal fiscaal effect voor de producent.

Op het platteland moeten boeren en veeboeren ook de onroerendgoedbelasting (IBI), de belasting op koolwaterstoffen voor het gebruik van tractoren en landbouwmachines, belastingen op elektriciteit, plastic of economische activiteiten betalen.

Andere belastingen

De belastingdruk beperkt zich echter niet alleen tot de productie. Opslag, transport, distributie en consumptie zijn de fasen die een product doorloopt vanaf het begin in het veld totdat het de tafel van de consument bereikt. Gedurende dit hele proces wordt er volgens de bedrijven en intermediairs in de keten herhaaldelijk belasting betaald.

In het vervoer moeten onder meer belastingen op koolwaterstoffen, registratie, circulatie, bedrijven en economische activiteiten worden betaald. Het lijdt echter geen twijfel dat in het geval van distributie opnieuw belastingen moeten worden betaald.

Naast de bovengenoemde, worden in regio’s zoals Catalonië, Aragon, Asturië en Navarra ook belastingen op grote commerciële vestigingen geheven. Dan zijn er nog belastingen op de hoeveelheid gefluoreerde gassen voor koelapparatuur; belastingen op suikerhoudende dranken in Catalonië, de speciale belasting op alcoholische dranken in het hele land en vele andere.

Btw

Aan het einde van de keten staan ​​alcoholische dranken en sierplanten met 21% als het hoogste btw-percentage. Evenzo vertegenwoordigen vlees en vis samen met niet-alcoholische dranken 10% van deze belasting. Ten slotte worden verse producten zoals fruit, groenten, melk, kaas, eieren, granen, brood en meel slechts 4% belast.

Roep om belastingverlagingen

Bedrijfsorganisaties vragen de overheid daarom om vermindering van de belastingdruk in de hele keten. De Spaanse Vereniging van Distributeurs, Self-Services en Supermarkten (Asedas) vindt dat “de uitvoerende macht de btw op voedsel moet verlagen, speciale belastingen moet afschaffen en de inwerkingtreding van nieuwe moet uitstellen, zoals het geval is met de belasting op plastic”.

Iets soortgelijks wordt vereist door de Spaanse Federatie van Voedsel- en Drankindustrieën (Fiab). “In de huidige gespannen economische situatie, met torenhoge energiekosten en een zeer hoge inflatie die het verbruik bedreigt, vragen we dat er geen fiscale of regelgevende maatregelen worden genomen die het concurrentievermogen van de sector of gezinnen verminderen”, zegt de werkgeversorganisatie.

Ook heeft Asaja gevraagd om de rekening voor diesel en kunstmest met 35% te verlagen en plastic met 15%. “Dit was iets dat al bestond”, zegt Álvarez.

Geen commentaar vanuit regering

De regering heeft hier geen commentaar op gegeven. Het heeft wel Koninklijk Besluit 4/2022 goedgekeurd om de negatieve gevolgen van de droogte en de productiekosten te verzachten. Verder is er in het geval van diesel een gedeeltelijke terugbetaling voor professionals voor tractormotoren en landbouwmachines in het algemeen.

Dit vind je misschien ook leuk