Toen stond de CPI op 6,1%, volgens definitieve gegevens die dinsdag zijn gepubliceerd door het Nationale Instituut voor de Statistiek (INE). Het orgaan handhaaft dus de voorspelling van eind vorige maand van het cijfer van 7,3%. Het inflatiecijfer voor oktober is 3,5 punt lager dan de piek die in juli werd bereikt, toen de CPI klom tot 10,8%, het hoogste niveau sinds september 1984.
Met de matiging van oktober, voegt de inflatie drie opeenvolgende maanden van dalingen op jaarbasis toe, nadat deze in augustus met drie tienden was gedaald tot 10,5%, en in september met 1,6 punten tot 8,9%.
Daling elektriciteits- en gasprijzen
Volgens de INE is de matiging van de jaar-op-jaar CPI tot 7,3% in oktober vooral het gevolg van de daling van de elektriciteitsprijzen en, in mindere mate, aan de lagere gasprijzen. De matiging van de inflatie werd ook beïnvloed door het feit dat de prijzen van kleding en schoeisel, als gevolg van het nieuwe herfst-winterseizoen, in oktober van dit jaar minder zijn gestegen dan in dezelfde maand van 2021.
Voedselprijzen schieten omhoog
In het andere uiterste stegen de voedselprijzen in oktober weer. Deze CPI steeg met één punt, tot 15,4%, het hoogste sinds het begin van de reeks, in januari 1994. Opmerkelijk is de prijsstijging van peulvruchten en groenten, vlees en melk, kaas en eieren. Binnen voedingsmiddelen is suiker het afgelopen jaar het meest in prijs gestegen (+42,8%); gevolg door verse peulvruchten en groenten (+25,7%); eieren (+25,5%), melk (+25%); oliën en vetten (+23,9%) en granen (+22,1%).
Zonder rekening te houden met de verlaging van de bijzondere belasting op elektriciteit en de variaties op andere belastingen, bereikte de interjaarlijkse CPI in oktober 7,7%. Dat is vier tienden boven het algemene tarief van 7,3%. Dit komt tot uiting in de CPI bij gelijkblijvende belastingen, die de INE ook publiceert.