In heel Spanje worden nog geen 900 baby’s per dag geboren

door admin
In heel Spanje worden nog geen 900 baby’s per dag geboren

Alleen tijdens dezelfde periode in 2021, midden in de pandemie, waren de cijfers nog iets lager, volgens de laatste maandelijkse geboortestatistieken van het Spaans bureau voor de statistiek INE. 

Uit de gegevens blijkt dat 2016 het laatste jaar was waarin meer dan 100.000 baby’s werden geboren in Spanje tijdens het eerste kwartaal van het jaar. 2017 was het laatste jaar waarin het aantal geboorten per dag meer dan 1.000 bedroeg. 

In 2016 werden tussen januari en maart 100.432 kinderen geboren, gemiddeld 1.104 per dag. Dit daalde in 2017 tot respectievelijk 94.894 en 1.054. In het eerste kwartaal van 2020 werden slechts 86.420 geboortes wat neerkomt op gemiddeld 950 per dag. 

De impact van Covid was groot. In het eerste kwartaal van 2021, werden er tijdens het hoogtepunt van de pandemie slechts 77.243 kinderen geboren, gemiddeld 858 per dag, cijfers die in dezelfde periode van 2022 zeer licht stegen en vervolgens in 2023 weer daalden. 

De helft minder pasgeborenen dan een halve eeuw geleden 

De cijfers van dit jaar staan in schril contrast met die van het jaar waarin in Spanje de meeste geboorten in een eerste kwartaal werden geregistreerd, 1974, toen 164.069 baby’s werden geboren, 1.823 per dag, meer dan twee keer zoveel als vandaag. 

In percentages uitgedrukt is de ontwikkeling van het aantal dagelijkse geboorten in het eerste kwartaal van dit en de zeven voorgaande jaren als volgt: in 2017 daalde het met 4,46%, in 2018 daalde het tot 5,26%. In 2019 werd de daling teruggebracht tot 2,66%; in 2020 vlakte de daling af tot 2,34%. In 2021, onder de gevolgen van de pandemie, kelderde het met 9,63%. In 2022 herstelde het zich met 3,43% en het eerste kwartaal van dit jaar laat een daling van 1,70%. 

Absolute cijfers

In absolute cijfers zijn de 78.535 geboorten in de eerste drie maanden van dit jaar 7.885 minder dan in 2020 en 21.897 minder dan in 2016. Dat zijn 77 geboortes per dag minder dan vóór de pandemie, (-8,11%), en 231 minder dan in 2016,  -20,93%). 

Aragón is de uitzondering
De negatieve ontwikkeling van het geboortecijfer doet zich in vrijwel heel Spanje voor. Alleen Aragón kan melden dat het geboortecijfer, ondanks de nadelen van de moeilijke gezondheidssituatie, in ieder geval op peil is gebleven. 

In de rest van de regio’s zijn de geboorten in meer of mindere mate blijven dalen, gemeten naar het gemiddelde aantal geboorten per dag in het eerste kwartaal van dit jaar ten opzichte van dezelfde maanden in 2020. De grootste dalingen zien we in Navarra (-16,95%,), La Rioja (-15,40%), Baskenland (-14,48%), Castilla-La Mancha (-14,28%) en de Canarische Eilanden (-13,32%). Dalingen onder het nationale gemiddelde zien we in Madrid (-1,81%), de Valenciaanse Gemeenschap (-4,68%), Extremadura (-6,63%) en Andalusië (-6,94%). 

Van elke 100 kinderen die momenteel in Spanje worden geboren, wordt ongeveer twee derde in slechts vier gemeenschappen geboren: 19 in Andalusië, 17 in Catalonië, 16 in Madrid en 11 in de Valenciaanse Gemeenschap. Van het laatste derde deel worden er vier geboren in Galicië, Baskenland, Murcia, Castilla-La Mancha, Castilla y León en de Canarische Eilanden; drie in Aragon en de Balearen; twee in Extremadura en één in Asturië, Cantabrië, Navarra en La Rioja. 

Geboortecijfer en ontvolking, twee verwante verschijnselen 

Het geboortecijfer houdt rechtstreeks verband met ontvolking. Jaume Font, geograaf en hoogleraar aan de Universiteit van Barcelona, wijst er in zijn boek Las Españas despobladas op dat alleen provincies als Murcia, Almería en Huelva, die migranten ontvangen voor landbouwarbeid, een zekere groei vertonen. Immigratie, zo herinnert Font ons eraan, gebeurt meestal door jonge mensen, over het algemeen in de vruchtbare leeftijd. 

De provincies met de duidelijkste bevolkingsdaling zijn Salamanca, Zamora, Orense en Lugo. ‘En de regio Asturië’, legt Font uit, die erop wijst dat het minimale vruchtbaarheidscijfer per vrouw tijdens haar vruchtbare leven 2,1 kinderen zou moeten zijn. ‘Bijna geen enkel land in Europa voldoet daaraan. Maar het is vooral laag in landen met een katholieke traditie zoals Portugal, Spanje, dat op 1,19 staat, of Italië, en hoger in bijvoorbeeld Frankrijk of Ierland, waarschijnlijk vanwege overheidssteun’. 

Op het schiereiland zijn er twee grote dunbevolkte gebieden: aan de ene kant het noordwesten, met name Ourense, Lugo, Zamora, het platteland van León en Salamanca en het binnenland van Asturië, en aan de andere kant het Iberische systeem en met name de Celtiberische Serranía, het Keltiberische gebergte.

Dit vind je misschien ook leuk