Net als Cepyme hebben ook andere werkgeversorganisaties hun zorgen geuit over de gevolgen van een verhoging van het SMI. Met een maandelijkse verhoging dit jaar van 19 euro (waarmee het maandsalaris op 969 euro komt) en de geplande aanvulling tot 1000 euro volgend jaar, zullen volgens Cepyme tot 2023 tussen de 60 duizend en 130 duizend banen verloren gaan.
SMI is 60 procent van modaal inkomen in 2023
Volgens een onderzoek dat Cepyme samen met Randstad Research uitvoerde, zullen niet alleen bestaande banen verloren gaan, maar zullen er ook minder nieuwe banen bijkomen als gevolg van de verhoging. In het onderzoek is uitgegaan van een salarisverhoging van tussen de 12 en 19 euro, dat is de marge voor de verhoging die deskundigen aan de overheid hebben geadviseerd. De doelstelling van de overheid is om met een progressieve loonstijging het SMI in 2023 (aan het einde van de huidige regeerperiode) gelijk te laten zijn aan 60 procent het modale inkomen in Spanje.
Verhoging is 5 tot 10 hoger dan in Duitsland of Frankrijk
Als goedkeuring wordt gegeven voor de maximale verhoging 19 euro dit jaar, betekent dat een toename van 2 procent van het huidige maandelijkse minimumloon van 950 euro. Daarmee zou Spanje op nummer 3 staan (na Roemenië en Litouwen) van de Europese landen met de grootste verhoging (+47,7 procent) van het minimumloon in de periode 2016-2021. Het verhogingspercentage is zelfs 5 tot 10 keer zo groot als het gemiddelde in Duitsland of Frankrijk.
Volgend jaar komt daar dan nog 31 euro bij om tot de voorgenomen 1000 euro te komen. In twee jaar tijd stijgt het SMI met 50 euro, dat is een verhoging van 5,3 procent vergeleken met het huidige minimumloon. Ten opzichte van 2016 is dat zelfs een toename van ruim 52,6 procent.
Goed gekozen timing?
Cepyme onderstreept nogmaals dat de verhoging van het SMI op een cruciaal moment komt voor de Spaanse economie. De werkgelegenheid is immers nog niet terug op het oude niveau en de geregistreerde werkloosheid is nog steeds 1,5 procentpunt hoger dan voor aanvang van de pandemie. De werkgeversorganisatie dringt er bij de regering dan ook op aan om rekening te houden met de huidige economische situatie, de werkgelegenheid, de productiviteit en de huidige prijsindex bij het vaststellen van het nieuwe maandbedrag.