Else Beekman
Op 11 maart (11M) is het 20 jaar geleden dat in Madrid het grootste terroristische bloedbad in de geschiedenis van Europa plaatsvond. Zondag 10 maart heeft de gemeente Madrid een nieuwe herdenkingsruimte geopend, voor de slachtoffers van de aanslagen van 11M op het station van Atocha, net onder het bovengrondse monument.
Op dezelfde plek werd zondagavond bij het vallen van de avond ook een bundel blauw licht ontstoken en in de lucht geprojecteerd. Dit is ter nagedachtenis aan de doden en gewonden die vielen bij de ontploffing van bommen op vier Madrileense forensentreinen op de stations Atocha, Santa Eugenia, El Pozo en naast Calle Téllez. Deze speciale verlichting is maandag 11 maart ook te zien, op de 20e Europese Dag voor de Slachtoffers van Terrorisme.
Plaats van herinnering en herdenking in Madrid
De regering van Isabel Díaz Ayuso wilde een plek van herinnering en herdenking creëren in een deel van de stad waar jaarlijks 15 miljoen passagiers passeren. Zodat iedereen die dat wil in dit deel van het station Atocha kan stoppen om de slachtoffers te eren. Deze nieuwe herdenkingsruimte heeft een totaal oppervlakte van 2000 vierkante meter. Dat is vier keer zo veel als de vorige ruimte 400 vierkante meter.
Samenspraak met nabestaanden en slachtofferverenigingen
De muren zijn geschilderd in kobaltblauw, de kleur die door de slachtofferverenigingen is gekozen. Ze dragen de namen van degenen die omkwamen bij de aanslagen van 11 maart 2004 in Madrid. Daarnaast zijn er enkele zinnen die te lezen waren op het eerdere monument, dat nu is ontmanteld. Dit zijn onder andere boodschappen als “nee tegen geweld”; “we zaten allemaal in die trein”; “jullie zullen nooit helemaal weggaan”; “er is geen weg naar vrede, vrede is de weg”; en “door jullie allemaal zullen we beter zijn”. Er zijn ook teksten in het Baskisch, Catalaans, Engels, Frans, Portugees, Arabisch, Oekraïens, Roemeens, Pools, Bulgaars en Georgisch.
193 verlichtingspunten voor de overledenen aanslag 11M
Bovendien zijn er 193 verlichtingspunten op het plafond aangebracht die elk van de mensen voorstellen die bij de aanslag zijn omgekomen. Allereerst de 192 mensen die bij de explosies om het leven kwamen. Daarnaast ook voor Francisco Javier Torrenteras, van de Grupos Especiales Operativos. Hij overleed aan de verwondingen die hij opliep toen zeven daders van de aanslagen op 3 april 2004 in Leganés zelfmoordaanslagen pleegden.
Verbintenis met slachtoffers aanslagen 11M
Bij de uitvoering van het project zijn slachtofferverenigingen voortdurend op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van de werkzaamheden. Ze zijn steeds betrokken geweest bij het besluitvormingsproces. Dit alles in het kader van de verbintenis die de regering van Madrid is aangegaan met de slachtoffers van terrorisme. Madrid is een van de eerste gemeenten met een slachtofferwet.
15 miljoen voor slachtoffers terrorisme in 2024
Alleen al dit jaar zal de regionale regering 15 miljoen euro uittrekken voor de schadeloosstelling van slachtoffers van terrorisme voor overlijden en lichamelijk en geestelijk letsel in 2024, wat drie keer zoveel is als de 5 miljoen euro van vorig jaar. Naast de financiële tegemoetkomingen kent de regionale overheid jaarlijks 300.000 euro toe om non-profitorganisaties te subsidiëren, die zijn opgenomen in het regionale of staatsregister en die als doel hebben de belangen van de getroffenen, hun familie of de mensen met wie ze samenwonen, te vertegenwoordigen en te verdedigen.
Over de aanslagen 11M 2004 in Madrid
Madrid werd in de ochtend van 11 maart 2004, 30 maanden na de aanslagen in New York, opgeschrikt. In totaal ontploften 10 bommen, in vier volle forensentreinen van RENFE. Daarbij kwamen 193 mensen om het leven, van 17 nationaliteiten. Zo’n 2000 mensen raakten gewond. Het is de grootste aanslag in de geschiedenis van hedendaags Spanje. De ergste tragedie sinds de Spaanse Burgeroorlog.
In eerste instantie werd gedacht aan betrokkenheid van de Baskische afscheidingsbeweging ETA. Maar na de vondst van Arabische teksten met daarbij een ontstekingsmechanisme werd al gauw de link gelegd met Al-Qaeda. In een videoboodschap van de terreurorganisatie werd later duidelijk dat dit terecht was.
Dit vind je misschien ook interessant: Nationale Politie komt met dag om slachtoffers van terrorisme te eren