De RAE maakte deze jaarlijkse update vijf jaar geleden voor het eerst. Dat kenmerkt een zekere modernisering van de Spaanse taal die tot kortgeleden nog relatief weinig aan verandering onderhevig was. De maatschappelijke en sociale dynamiek en verdergaande internationalisering hebben ertoe geleid dat ook aan het Spaans te horen is dat de wereld verandert.
El País noemt als de meest opvallende nieuwe woorden in de nieuwe DLE-editie de verspaanste versie van het Engelse woord bitcoin, bitcóin met de klemtoon op de o, cachopo (een uitgedroogde, holle boomstam), criptomoneda (cryptomunt), gentrificación (gentrificatie; opwaardering van een buurt of stadsdeel), geolocalizar (geolokaliseren), quinoa en transgénero (transgender). Dit zijn allemaal woorden die iedereen vermoedelijk wel kent, maar tot dusver nog niet officieel tot de Spaanse taal werden gerekend.
Digitalisering en vertechnisering
Directeur Santiago Muñoz Machado onderstreept het aanzienlijke aantal nieuwe woorden dat dit jaar aan het DLE is toegevoegd. Met 3.836 zijn dat er een stuk meer dan de 2.500 toevoegingen in 2020 en 1.110 in 2019.
“Deze toename is voornamelijk toe te schrijven aan de digitalisering en vertechnisering van de maatschappij”, aldus Muñoz Machado. Daar komen ook de woorden bitcóin, bot (onlineprogramma dat een mens imiteert), ciberacoso (cyberpesten), criptomoneda en geolocalizar (iets of iemand traceren met technische hulpmiddelen) uit voort. Niet te vergeten het woord ‘webinario’ (cursus of presentatie online) dat sinds de uitbraak van de pandemie bij iedereen inmiddels wel bekend is.
Een mooi voorbeeld van beeldend taalgebruik is het woord “ojiplático”, dat vanaf nu een plaats heeft op de officiële Spaanse woordenlijst. Afgeleid van de woorden ‘ojos’ (ogen) en plato (bord, schotel) is de letterlijke betekenis ‘ogen als schotels’. Iemand die zegt ‘me quedé ojiplático’ bedoelt dat hij met stomheid geslagen was.
Genderidentiteit
Ook op het gebied van de genderidentiteit en seksuele geaardheid is de Spaanse woordenlijst gemoderniseerd. Denk aan woorden als poliamor (polyamoreus), transgénero (transgender), cisgénero (cisgender; je identificeren met het geslacht dat bij geboorte is vastgesteld) en pansexualidad, waarmee mensen worden bedoeld die zich aangetrokken voelen tot andere mensen, ongeacht hun geslacht.
Pandemie
Het inmiddels tweede jaar van de pandemie heeft, net als vorig jaar, het taalgebruik van de Spanjaarden verrijkt. Zo zijn woorden, of woordcombinaties, als ‘burbuja social’ (sociale bubble) en ‘nueva normalidad’ (het nieuwe normaal) niet meer uit de taal weg te denken.
Ook zijn veel al bestaande woorden die voor de pandemie maar bij weinig mensen bekend waren, nu algemeen ingeburgerde begrippen. Denk daarbij aan woorden als triaje (triage; indeling van patiënten naar de ernst van hun situatie), vacunología (vaccinologie), incidencia (incidentie; de frequentie waarmee een bepaalde ziekte voorkomt) en urgenciólogo (urgentiearts).