Europese landbouwsubsidies bereiken in Spanje vooral grootste agrarische bedrijven

door Else BeekmanElse Beekman
Spanje aan kop in Europa wat betreft

Boerenprotesten domineerden het nieuws in Spanje de afgelopen tijd. Ook Spaanse boeren blijven vragen om minder bureaucratie en een eerlijker beloning van hun werk. Een belangrijk onderdeel van het politieke debat is hierbij de verdeling van de landbouwsubsidies van de EU geweest.

Een belangrijk gegeven in dit opzicht dat steeds herhaald werd is dat 80% van de directe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid-betalingen (GLB) naar 20% van de ontvangers van de Europese hulp gaat. Volgens de Spaanse minister van Landbouw, Luis Planas, is dat cijfer niet correct. Dat zei hij in een interview op Más de Uno van Onda Cero. “Het is een algemene statistiek van de Europese Unie en deze lijkt me niet bijgewerkt”, zo zei hij. Echter, de Europese Commissie zelf erkende in verschillende rapporten dat dit de verhouding is.

Opbouw landeigendom in Spanje

Experts van de website Newtral.es denken dat de genoemde verhouding niet zal veranderen vanwege de opbouw van het landeigendom in Spanje. Daarom zochten ze antwoord op de volgende vragen:

  • Welke criteria worden gevolgd om deze landbouwhulp te verdelen?
  • Welke bedragen worden uitgekeerd en aan wie?
  • Is de GLB zoals het vandaag is opgezet eerlijk?

Dat de kleine eigenaren een lager percentage van de directe betalingen ontvangen, is vooral te wijten aan de concentratie van het land. De hulp zelf is namelijk grotendeels gebaseerd op het oppervlak dat boeren in bezit hebben.

Middelgrote en grote exploitaties

Wie vertegenwoordigen nou die 20% van de ontvangers van 80% van de hulp? Het grootste deel zijn middelgrote en grote exploitaties van tussen de 20 en 200 hectare. Dat blijkt uit gegevens uit 2019 van de afdeling landbouwontwikkeling van de Commissie.

Lees ook: Europese landbouwsubsidies komen terecht bij de rijkste Spaanse families

De kleinste exploitaties, die van minder dan 5 hectare, ontvingen 5,8% van de directe betalingen. Dit ondanks dat ze 48,9% uitmaken van het totaal aantal ontvangers van deze hulp. Aan de andere kant, de grootste (van 250 hectare of meer), hielden 22,1% van deze subsidies (1,1% van de begunstigden). De rest, de andere helft van de ontvangers, “zou kunnen worden beschouwd als familie- of commerciële exploitaties”, volgens het Europese orgaan en zonder meer gegevens te specificeren.

Hoe meer grond, hoe meer subsidie

Het komt er dus op neer dat betalingen zijn gekoppeld aan het aantal hectaren. Hoe meer een boer bezit, hoe meer geld hij of zij ontvangt. Volgens de laatste Landbouwtelling van het INE heeft meer dan 51% van de exploitaties minder dan 5 hectare. Slechts iets meer dan 6% heeft exploitaties van meer dan 100 hectare, maar die maken 58% van het gebruikte oppervlak uit. Dat is in lijn met wat er ook elders in de Europese Unie gebeurt. Dat betekent dat de GLB “de grootste steun blijft concentreren op de grootste producenten”.

De begunstigden van de verdeling van GLB-hulp

En waarom verschijnen multinationals zoals Telefónica of bedrijven gelieerd aan het Huis van de Hertogen van Alba als begunstigden? Om GLB-hulp te kunnen ontvangen, moet je land hebben. De regelgeving beoordeelt alleen niet wie de eigenaar is. “Met de tijd zijn criteria geïntroduceerd om te proberen entiteiten die niet verbonden zijn met de sector als GLB-ontvangers te verwijderen. Dat ging met name om vastgoedbedrijven, golfbanen of luchthavens die land bezaten en zich bezighielden met het kopen en verkopen van rechten daarop. Een maatregel is bijvoorbeeld dat een bedrijf moet aantonen een minimuminkomen uit landbouwactiviteiten te hebben. Om terug te komen op het Huis van de Hertogen van Alba: dat zijn grootgrondbezitters. Hun belangrijkste activiteit is verbonden met de sector. Daarom ontvangen ze zeer hoge volumes GLB.