Nucleair afval op de oceaanbodem bij Galicië: een probleem zonder duidelijke oplossing

Hoe de Atlantische Oceaan een stortplaats werd

door Elize van LoonElize van Loon
Nucleair afval Galicië

Tussen 1949 en 1982 dumpten meerdere Europese landen zoals Nederland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk tonnen nucleair afval in de Atlantische Oceaan. De gekozen plek lag op zo’n 400 kilometer van de Galicische kust, diep onder het wateroppervlak.

In totaal zouden er zo’n 220.000 vaten zijn geloosd, goed voor zo’n 140.000 ton nucleair afval. Landen kozen destijds voor deze aanpak omdat ze niet wisten wat ze met het afval aan moesten. Begraven op de zeebodem leek toen een uitweg.

Pas jaren later kwamen de eerste protesten op gang. In 1981 wist een Galicische vissersboot, samen met Greenpeace, een Nederlands transportschip op heterdaad te betrappen. Kort daarna volgde een expeditie met het schip Sirius, waarmee beelden van de lozingen werden vastgelegd. Die acties droegen bij aan het stoppen van deze praktijk. In 1996 werd via het Protocol van Londen het dumpen van nucleair afval op zee officieel verboden.

Een nieuwe missie: wat ligt er nog op de bodem?

Deze zomer vertrok het Franse onderzoeksschip L’Atalante opnieuw naar de oceaan om te onderzoeken wat er nog op de zeebodem ligt. Volgens onderzoeker Javier Escartín werden op 600 kilometer van Finisterre, op 4000 meter diepte, inmiddels ruim 3000 vaten gelokaliseerd—dat is slechts 1,3% van het totaal dat daar vermoedelijk ligt.

Het team verzamelt monsters van water, bodem en zeedieren om de impact te beoordelen. Uit eerste metingen blijkt dat er geen gevaarlijke stralingsniveaus zijn, maar definitieve resultaten laten nog enkele maanden op zich wachten.

De gevolgen en de zoektocht naar een oplossing

Francisco del Pozo van Greenpeace waarschuwt dat de vaten vol nucleair afval negatieve gevolgen hebben voor het mariene milieu. Hij  legt uit dat in de jaren na het lozen al sprake was van een “indirecte reactie via weekdieren, schaaldieren of stromingen.” Daardoor kwamen “radioactieve deeltjes aan de oppervlakte” terecht. Dit gebeurde echter pas na het Protocol van Londen van 1996. Bijna 40 jaar lang konden deze landen straffeloos hun afval lozen.

Hij pleit voor een Europees onderzoek en een gezamenlijke aanpak: “Er moet een inventarisatie komen, het hele gebied moet in kaart worden gebracht. Pas daarna kun je nadenken over een oplossing.”

Een optie zou zijn om de vaten omhoog te halen, maar dat is technisch en ecologisch zeer riskant. Volgens Del Pozo weet niemand op dit moment wat de juiste aanpak is. “Ik kan je niet zeggen of we tot een oplossing komen.”

Waarheen met het kernafval?

De ontdekking van kernenergie bracht in 1938 ongekende technologische vooruitgang, maar ook een moeilijk dilemma: wat te doen met het afval? Vroeger werd het in zee gegooid, tegenwoordig wordt het opgeslagen op land. Maar ook daar spelen veiligheid en risico’s een grote rol.

Greenpeace: Spaanse kust zwaar onder druk door klimaat en bouwwoede