OESO tempert verwachtingen, maar Spanje blijft koploper wat groei betreft

door Else BeekmanElse Beekman
spaanse economie blijft groeien maar minder dan verwacht volgens OESO

Een lichte tegenvaller voor de vooruitzichten voor de Spaanse economie: De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft haar groeiverwachting voor Spanje bijgesteld naar 2,4% voor 2025. Dat is iets minder dan eerder werd voorzien. Gelukkig blijft het beeld overwegend positief. Spanje is nog steeds bij de koplopers van de eurozone.

Met een verwachte groei van 2,4% in 2025 en 1,9% in 2026, behoudt Spanje een voorsprong op landen als Duitsland (0,4% en 1,2%) en Frankrijk (0,6% en 0,9%). Voor volgend jaar wordt de gemiddelde groei in de eurozone ingeschat op 1,0%.

Sterke binnenlandse vraag

Volgens de OESO dankt Spanje zijn groei vooral aan de sterke binnenlandse vraag. Naar verwachting daalt de werkloosheid tot 10,7% dit jaar en volgend jaar nog verder tot 10,1%. Die werkloosheid lijkt hoog naar Noord-Europese maatstaven, maar voor Spanje, met ooit een van de hoogste werkloosheidscijfers binnen Europa, betekent dit een significante verbetering. Huishoudens blijven op basis van stijgende inkomens consumeren. Het verwachte particuliere verbruik stijgt in 2026 met 2,7%.

Ook de investeringen trekken aan, mede gevoerd door gunstige financieringsvoorwaarden en Europese herstelfondsen. OESO voorziet voor 2026 daarom een investeringsgroei van 4,4%. Bedrijven en gezinnen sluiten weer vaker een lening af. Een teken dat het vertrouwen weer terugkeert.

Ook knelpunten

Toch heeft OSOE ook minder goed nieuws. De organisatie waarschuwt voor mogelijke vertragingen bij projecten die met Europese middelen worden gefinancierd. Bovendien blijft het wereldwijde financiële klimaat gespannen. Daarbij verdwijnen veel tijdelijke steunmaatregelen in de zomer van 2025, zoals de gesubsidieerde tarieven voor het openbaar vervoer. Dat zal het overheidsverbruik drukken.

Verder lijkt de rol van de export in de economische groei van Spanje af te nemen. Vooral de uitvoer van machines en agroproducten lijdt onder handelsbeperkingen, zoals Amerikaanse invoerheffingen tot 25%. Gelukkig is de directe impact beperkt: export naar de VS vertegenwoordigde in 2024 slechts 1% van het Spaanse bbp.

Lagere inflatie en kleiner begrotingstekort

Aan de inflatiekant is het goede nieuws dat in 2026 de inflatie naar verwachting daalt naar 1,9%. Dat komt onder meer door lagere energieprijzen en gematigde looneisen. Het begrotingstekort loopt terug tot 2,8% in 2025 en 2,3% in 2026. Dat betekent dat het economisch herstel zich ook in de overheidsfinanciën vertaalt.

Ook op internationaal toneel blijft Spanje uitzondering

Internationaal vallen de scherpe aanpassingen voor de Verenigde Staten op. De groei voor 2025 wordt daar teruggebracht van 2,8% naar 1,6%. Handelsconflicten en politieke onzekerheid laten hun sporen na. China blijft relatief stabiel met groeiprognoses van rond de 4,5%, terwijl Mexico licht opkrabbelt dankzij afnemende druk van Amerikaanse handelsheffingen.

Spanje blijft met zijn gunstige vooruitzichten een uitzondering in een wereld die economisch aan tempo lijkt in te boeten. Voor wie in Spanje woont, werkt of investeert, is dat een geruststellend signaal.