Stroom in Spanje is duurder dan ooit. De stroomrekening is in korte tijd flink gestegen. Nieuwe cijfers laten zien dat een gemiddeld huishouden in oktober 84 euro betaalde, ruim 12 euro meer dan een jaar geleden. Spanje hoort met dit bedrag nu bij de landen met de hoogste stroomkosten in Europa.
De prijs voor elektriciteit lag volgens de laatste cijfers van Eurostat in het eerste halfjaar van 2025 gemiddeld op 29,07 euro per kilowattuur. Dat is iets hoger dan het EU-gemiddelde van 28,62 euro. Daarmee staat Spanje boven Frankrijk en nog zeventien andere Europese landen.
Deze stijging heeft meerdere oorzaken. Een belangrijke factor is het stopzetten van de tijdelijke belastingverlagingen op energie. Die werden tijdens de inflatiepiek drie jaar geleden tijdelijk ingevoerd. Daarnaast heeft netbeheerder Red Eléctrica sinds de grote landelijke stroomstoring eerder dit jaar extra maatregelen genomen om het stroomnet stabiel te houden. Die zogenoemde ‘versterkte modus’ blijkt niet goedkoop te zijn.
Forse stijging maandelijkse kosten
Uit gegevens van consumentenorganisatie Facua blijkt dat een gemiddeld huishouden met een gereguleerd tarief (PVPC) in oktober 84,37 euro aan stroom betaalde. Dat is 17,6% meer dan in oktober 2024, toen de rekening nog 71,73 euro bedroeg. Ten opzichte van september betekent dat een stijging van bijna 3 euro in één maand.
Wat opvalt: het bedrag van oktober is het hoogste sinds februari 2025, toen de gemiddelde rekening opliep tot bijna 96 euro. Midden in de coronaperiode, oktober 2020, betaalden huishoudens in Spanje gemiddeld nog rond de 64 euro voor hun stroom. Daarna volgde een scherpe stijging door de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne, met een piek van 120 euro in 2021.
Stroomprijzen blijven in de lift
In 2023 en 2024 leek de situatie enigszins te stabiliseren rond de 71 euro per maand. Maar de sprong naar ruim 84 euro dit jaar laat zien dat de prijzen weer stevig in de lift zitten. Facua wijst erop dat veel huishoudens in Spanje moeite hebben om deze stijgende energiekosten te combineren met andere vaste lasten, zoals huur, boodschappen en brandstof.