Volgens een recent onderzoek kunnen Spaanse bedrijven de lonen met nog eens 4,5% verhogen zonder hun winstmarges te schaden of inflatie te veroorzaken. Dit komt door de aanzienlijke winstmarges die bedrijven tussen 2021 en 2023 hebben opgebouwd, met name in sectoren zoals toerisme, energie en bouw.
Dat blijkt uit het onderzoek Prices, markups and wages: inflation and its distributive consequences in Spain. Tussen 2021 en 2023 zijn de kosten voor energie en grondstoffen sterk gestegen. Bedrijven hebben deze kosten grotendeels doorberekend in hun verkoopprijzen, waardoor hun winstmarges toenamen. Uit het onderzoek blijkt dat in 2023 de gemiddelde winstmarge 14,7% bedroeg, wat aanzienlijk hoger is dan het historische gemiddelde van 11,7% in de periode 2009-2019. Dit heeft vooral invloed gehad op sectoren als toerisme, waar de marges aanzienlijk zijn gestegen. Andere sectoren zoals de voedingsindustrie hebben echter niet dezelfde winsten behaald, voornamelijk door de stijgende kosten van grondstoffen die moeilijk door te berekenen waren in de consumentenprijzen.
Lonen blijven achter bij inflatie
Hoewel bedrijven hun winstmarges hebben kunnen verhogen, ontvingen werknemers niet meer loon. Tussen het eerste kwartaal van 2021 en het vierde kwartaal van 2023 stegen de lonen gemiddeld met 8,4%. In dezelfde periode steeg de inflatie echter met 15%, waardoor werknemers een reële koopkrachtdaling van 6% hebben ervaren.
Mogelijkheden voor verdere loonsverhogingen
Volgens de onderzoekers is dus er ruimte voor een verdere loonsverhoging van 4,5% zonder dat dit leidt tot inflatie. Dit zou ervoor zorgen dat werknemers hun verloren koopkracht terugwinnen en bedrijven tegelijkertijd hun winstmarges op een redelijk niveau blijven houden. De lage onderhandelingspositie van werknemers wordt gezien als een belangrijke reden waarom deze verhogingen nog niet hebben plaatsgevonden.