Else Beekman
Carlos Alcara heeft met zijn zeventien jaar al een veelbetekende bekendheid verworven in de mondiale tenniswereld. Zijn entree is op zijn zachtst gezegd veelbelovend, sommigen noemen hem al geniaal. Een welkom talent voor een sportland als Spanje dat over niet al te lange tijd afscheid zal moeten nemen van Rafael Nadal als landsvertegenwoordiger in het professionele tennis. Momenteel neemt Nadal na Novak Djokovic nog de tweede positie in op de ATP-ranking van het herentennis.
Jongste binnenkomer in top-500
“Met hard werken denk ik de top te kunnen bereiken. De nummer één van de wereld worden is mijn droom en daarvoor train in iedere dag zo veel ik kan”, zegt Alcaraz met een gemengde portie bescheidenheid en zelfvertrouwen in een gesprek met de krant El País. Zijn zelfvertrouwen is niet ongefundeerd: dit jaar kwam hij als jongste speler de ATP top-500 binnen op nummer 492 en inmiddels is hij al naar de 136ste positie geklommen. Zonder pandemie zou Alcaraz dit jaar waarschijnlijk nog een stuk hoger zijn geëindigd.
In 2018 behaalde hij op veertienjarige leeftijd zijn eerste ATP-punten op het Futures toernooi in Murcia. Nadal deed datzelfde op vijftienjarige leeftijd. Dit jaar won Alcaraz zijn eerste wedstrijd in het professionele tenniscircuit in Río de Janeiro. Hier won hij van de 16 jaar oudere Albert Ramos. In augustus won hij vervolgens in Italië zijn eerste Challenger tournooi waarna nog overwinningen volgden in Barcelona en Alicante. Met die prestaties is hij na Richard Gasquet (die was 16 jaar en tien maanden) de jongste tennisspeler die deze drie overwinningen op zijn naam schreef. Daarmee had hij zich direct geplaatst voor het grandslamtoernooi Roland Garros in Parijs, waar de zenuwen hem vervolgens parten speelden en hij al na de eerste ronde het toernooi moest verlaten.
Nummer 3 ter wereld van spelers onder de twintig
Op de ranking van spelers geboren vanaf 2001 staat Alcaraz op de derde plaats, na de negentienjarige Jannik Sinner (nummer 37 op de ATP-lijst) op nummer één en de achttienjarige Lorenzo Musetti (nummer 127 op de ATP-lijst) op nummer twee. Van de hoge verwachtingen die er nu al van hem zijn, probeert Alcaraz zich zo weinig mogelijk aan te trekken. “Daardoor kom je alleen maar in een negatieve spiraal en als je daar eenmaal in zit, is het moeilijk om er weer uit te komen”, aldus het jonge tennistalent. Ook het team dat hij om zich heen heeft probeert hem zoveel mogelijk met beide benen op de grond te houden. Zijn discipline en beleefdheid tijdens de trainingen worden door zijn begeleiders zeer gewaardeerd.
Op naar de top
Toni Martínez Cascales ontdekte het Spaanse tennistalent Juan Carlos Ferrero, die nu de trainer is van de jonge Carlos Alcaraz. Martínez Cascales is eveneens nauw betrokken bij de trainingen van Alcaraz en kenmerkt hem als een unieke pupil die binnen afzienbare tijd de mondiale top zal bereiken. Trainer Ferrero voorspelt dat Alcaraz over een jaar de kwartfinales van de grand slamtoernooien zal halen en dat hij zich over tien jaar tot de absolute mondiale tennistop mag rekenen. “Momenteel ben ik geen 24 uur per dag met tennis bezig, maar als ik de top wil bereiken, moet ik dat wel gaan doen. Ik word iedere dag beter en begin me steeds meer een professionele tennisspeler te voelen”, zegt Alcaraz die zelf ook alle vertrouwen in een succesvolle tenniscarrièe heeft.