Spanje staat onder druk om zijn defensie-uitgaven fors op te voeren, maar veel burgers willen daar niet meer belasting voor betalen. Premier Pedro Sánchez balanceert tussen internationale verplichtingen en binnenlandse scepsis. Toch lijkt de steun voor Sánchez in Spanje te groeien.
Defensie-uitgaven waren de afgelopen dagen onderwerp van felle discussies in Spanje. Aanleiding is de toenemende internationale druk, vooral vanuit de NAVO, om meer geld te investeren in het leger. Uit een recent onderzoek van Funcas, een gerenommeerde Spaanse denktank voor sociaal-economisch beleid, blijkt echter dat de meeste Spanjaarden weinig voelen voor hogere defensie-uitgaven die met belastingverhogingen gepaard gaan
Volgens het onderzoek wil bijna 60 procent van de Spanjaarden niet méér belasting betalen voor defensie. Slechts tien procent van de ondervraagden is bereid om “aanzienlijk meer” bij te dragen. Iets meer dan 30 procent geeft aan eventueel “een beetje meer” te willen betalen. Daarmee is duidelijk dat defensie, in de ogen van veel burgers, geen prioriteit heeft.
Zorg en onderwijs hebben prioriteit bij Spanjaarden
Die houding verandert wanneer het gaat over publieke voorzieningen. Ruim 80 procent van de Spanjaarden is bereid meer belasting te betalen voor de gezondheidszorg. Ook onderwijs en ouderenzorg kunnen rekenen op brede steun. Hoewel belastingverhogingen als onaangenaam worden ervaren, zien veel mensen deze investeringen als essentieel voor hun eigen welzijn en dat van de samenleving.
Dagelijkse zorgen: hogere prijzen en koopkrachtverlies
De terughoudendheid ten opzichte van defensie valt te verklaren uit de financiële situatie van veel huishoudens. Sinds 2019 is het leven in Spanje duidelijk duurder geworden. Ongeveer 34 procent van de respondenten geeft aan er financieel op achteruit te zijn gegaan. In die groep wordt met name gewezen op prijsstijgingen als oorzaak. Ook belastingverhogingen worden genoemd. Aan de andere kant ziet 22 procent van de ondervraagden juist wél een verbetering, vooral dankzij loonstijgingen of grotere werkzekerheid.
Volgens Funcas is er een opvallend verschil tussen leeftijdsgroepen. Jongere werkenden, vooral tussen 35 en 54 jaar, melden vaker dat hun financiële situatie is verslechterd. Ouderen ervaren juist meer stabiliteit, waarschijnlijk omdat hun inkomsten – zoals pensioenen – minder gevoelig zijn voor economische schommelingen.
Economisch vertrouwen brokkelt af
Meer dan de helft van de ondervraagden is van mening dat de Spaanse economie achteruitgaat. Toch denkt 44 procent dat er nog sprake is van economische groei, terwijl slechts 30 procent gelooft dat de economie daadwerkelijk in een recessie zit. Veel respondenten noemen het overheidsbeleid als belangrijke reden voor hun sombere blik op de economische situatie.
Koorddansen voor Sánchez tussen NAVO- en nationaal belang
De Spaanse regering staat voor een politieke spagaat. Enerzijds is er de internationale verplichting om het defensiebudget op te trekken. Anderzijds moet Sánchez rekening houden met een bevolking die overbelast is door inflatie en kostenstijgingen—en defensie nauwelijks als prioriteit ziet.
De komende weken moeten uitwijzen of Sánchez erin slaagt dat pad te blijven bewandelen, zonder het vertrouwen van de burgers te verliezen. Want zolang de economische zorgen blijven bestaan, zal het lastig zijn om extra defensie-uitgaven maatschappelijk verkocht te krijgen. Voorlopig geniet hij in eigen land nog het voordeel van de twijfel op dit onderwerp.