Nadat de Spaanse media dagenlang speculeerden over het resultaat van de moeizame onderhandelingen, wordt dit aanstaande vrijdag officieel gepresenteerd. Vakbonden dreigden nog met een algemene staking, maar die lijkt vooralsnog van de baan.
De belangrijkste wijziging is de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd van 65 naar 67 jaar. De vakbonden waren hier tegen, maar stemden uiteindelijk in op voorwaarde dat mensen die 38,5 jaar non-stop voor hun pensioen hebben betaald, op hun 65e kunnen stoppen met behoud van een volledig pensioen.
De regering stelde een termijn van 41 jaar onafgebroken betalen voor het pensioen voor. De vakbonden legden hun eis bij 35 jaar. Uiteindelijk zijn ze in het midden uitgekomen. Het betekent dat na de hervomingen iemand vanaf zijn 24e onafgebroken moet werken om voor een volledig pensioen in aanmerking te komen.
42 miljard
Een andere wijziging is dat de hoogte van het pensioen nu wordt berekend op basis van de salarissen die een werknemer gedurende de laatste 15 jaar van zijn carrière ontving. Na de hervormingen wordt dit aantal verhoogd tot 20 jaar en over 5 jaar wordt dit nog eens verhoogd tot 25 jaar. Deze maatregel levert de regering 42 miljard euro op.