Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Maar na jaren van politiek getouwtrek is het nu bijna zover. Spanje staat op het punt de opheffing van de Stichting Francisco Franco af te ronden. De stichting, die de nalatenschap van de dictator verheerlijkt, ligt al jaren onder vuur. Tot nu toe bleef het vooral bij politieke beloften en voorbereidende stappen, maar ditmaal lijkt het einde echt in zicht.
Het ministerie van Cultuur heeft de organisatie officieel op de hoogte gebracht van de start van de juridische procedure. Een zucht van verlichting voor de regering van Pedro Sánchez. De FNFF, Fundación Nacional Francisco Franco, kreeg vandaag bericht over de conclusies van een omvangrijk dossier. Die conclusies onderbouwen op basis van maandenlang onderzoek en analyses van de activiteiten van de stichting het besluit deze op te heffen. De organisatie heeft nu tien werkdagen de tijd om hierop te reageren. Volgens regeringsbronnen zijn alle juridische mogelijkheden om de ontbinding te ontwijken al zorgvuldig uitgesloten. Niets kan de procedure nog echt tegenhouden.
Uitgebreide onderbouwing
In het 37 pagina’s tellende rapport, waar de Spaanse krant La Vanguardia inzage in kreeg, beschrijft het ministerie uiteengezet alle bevindingen en waarom de FNFF opgeheven wordt. De conclusie is dat de organisatie geen doelen van algemeen belang nastreeft. Dat is een wettelijke grond voor ontbinding. De activiteiten van de stichting, zo stelt het rapport, zijn onverenigbaar met de huidige wetgeving en tonen een ondubbelzinnig positief beeld van het franquisme.
Stichting met beladen missie
De FNFF ontstond in 1976, kort na de dood van de dictator. Volgens de statuten wil de stichting de herinnering en het werk van Franco behouden en verspreiden. In werkelijkheid publiceert ze vooral verheerlijkende teksten over het regime. Franco wordt daarin neergezet als de redder van Spanje, terwijl de repressie en de mensenrechtenschendingen onder zijn bewind worden ontkend of gebagatelliseerd.
Slachtoffers van het franquisme, mensenrechtenorganisaties en verschillende politieke partijen vinden dat de stichting in strijd handelt met de Wet op het Historisch Geheugen uit 2007 en de Wet op het Democratisch Geheugen uit 2022. Deze wetten verbieden de verheerlijking van dictaturen en verplichten de staat om de herinnering aan de slachtoffers van Franco te beschermen. Al jarenlang probeert deze Spaanse regering de opheffing van de Stichting Francisco Franco te bewerkstelligen. Juridische obstakels bemoeilijkten die doelstelling, zoals de bescherming van privéstichtingenDat bleek jarenlang moeilijk door juridische obstakels, zoals de bescherming van privéstichtingen.
Desinformatie over Franco rukt op onder Spaanse jongeren
Juridische gronden en bewijsmateriaal
Het dossier bevat ook getuigenissen van slachtoffers van het franquisme. Ook is er een onderzoek opgenomen naar de publieke aanwezigheid van de stichting in de media. Een belangrijk onderdeel van het rapport verwijst naar publicaties van de stichting zelf. Daarin ontkent de organisatie bijvoorbeeld dat tijdens het regime van Franco kinderen bij hun ouders zijn weggehaald. Zo verscheen er een artikel onder de titel De leugen van de door het franquisme gestolen kinderen. In dat stuk probeert de stichting de omvang van de misdaden van de dictatuur te bagatelliseren.
EU onderzoekt de gestolen baby’s van Spanje
Volgens bronnen binnen het ministerie is er alles aan gedaan om te voorkomen dat de stichting nog een juridisch achterdeurtje vindt om de opheffing tegen te houden. Uiteindelijk beslist de rechter over de ontbinding, maar de regering wil de zaak zo snel mogelijk voor de rechtbank brengen.
Politieke lading
De kwestie staat hoog op de politieke agenda. Sinds 2023 werkt de regering van Pedro Sánchez aan de juridische procedure voor de opheffing van de Stichting Francisco Franco. Die wordt gecoördineerd door het ministerie van Cultuur en de Staatssecretaris voor Democratisch Geheugen.
Voor linkse partijen als Sumar en de PSOE is de opheffing een democratische noodzaak en een moreel symbool. Spanje moet volgens hen eindelijk breken met de verheerlijking van de dictatuur. Het onderzoek wordt geleid door Ernest Urtasun van Sumar, een uitgesproken voorstander van een beleid dat het democratisch geheugen versterkt.
De centrumrechtse Partido Popular reageert terughoudend. Die partij vindt dat de regering het verleden gebruikt voor politieke winst. De radicaalrechtse partij Vox gaat nog verder en beschouwt de opheffing van de Stichting Francisco Franco als een aanval op de vrijheid van meningsuiting.